ASS, eetproblemen en eetstoornissen

ASS, eetproblemen en eetstoornissen

Met dank aan Els Engels, Thomas Fondelli, Dr. Annik Simons en prof. dr. Elske Vrieze.

Comorbiditeit tussen autisme, eetproblemen een eetstoornissen

De meerderheid van de kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vertonen haperend eetgedrag. Selectief eetgedrag, waarbij slechts een beperkt gamma voedingsmiddelen aanvaard wordt, komt vijf keer zo vaak voor bij kinderen met ASS dan bij kinderen die een normale ontwikkeling doormaken (Tanner et al., 2015).

Kunnen eten of leren eten betekent dat kinderen een evenwicht moeten vinden én behouden tussen rust ervaren en gefocust zijn.  Maar deze balans is voor kinderen met ASS een grote uitdaging. Dit is vaak gelinkt aan een gefragmenteerde informatieverwerking, verwarring rond de eetsituatie en een atypische prikkelgevoeligheid.

Over- en ondergevoeligheden voor voedselprikkels zoals geur, smaak en textuur zijn eerder regel dan uitzondering. Heel wat kinderen met ASS vertonen dan ook een verhoogde neofobie en zijn erg selectief of kieskeurig in het voedsel dat ze aanvaarden (Tanner et al., 2015,). Daarnaast vindt onderzoek ook een verhoogde prevalentie van buikklachten bij kinderen met ASS, wat een rol kan spelen in eetproblemen (Van de Sande et al. 2014). Atypische prikkelgevoeligheid raakt ook aan een verstoord honger- en verzadigingsgevoel, wat kan bijdragen aan moeilijkheden om op regelmatige tijdstippen te eten. Kinderen met ASS behoren vaak tot de “moeilijke etertjes”, wat heel wat strategieën vergt van de zorgfiguren om hun eetgedrag te stimuleren zonder in een tafelstrijd terecht te komen (Kral et al., 2013, 2015). 

Meer info, zie “Hoe ga je om met eetproblemen bij kinderen met autisme“?

Het onderzoek naar autismespectrumstoornis en autisme-trekken en eetstoornissen staat nog in zijn kinderschoenen. De overlap tussen ASS en anorexia nervosa (AN) werd tot nu toe het vaakst onderzocht. Naar schatting 1 op 4 van de personen met anorexia nervosa zou ASS hebben, maar cijfers tussen studies variëren sterk. Zo zoekt de ene studie naar een ASS-diagnose bij personen met anorexia nervosa, terwijl een andere studie zoekt naar ASS-symptomen (Spek, 2015; Westwood & Tchanturia, 2017)). Wel is duidelijk dat heel wat personen met AN problemen vertonen die aansluiten bij de problemen die we ook opmerken bij mensen met een diagnose ASS, zoals in cognitief (bv. rigiditeit) en sociaal functioneren (bv. perspectiefneming). Het onderzoek naar hoe AN en ASS zich tot elkaar verhouden, laat nog vele vragen onbeantwoord. Gaat het over een gedeelde (genetische) kwetsbaarheid? Verhoogt ASS de kwetsbaarheid voor psychopathologie, inclusief AN? Versterkt ondervoeding bepaalde cognitieve en sociale kenmerken, waardoor een autistiform beeld ontstaat, zonder dat er daadwerkelijk sprake is van ASS (Westwood & Tchanturia, 2017)?

ASS lijkt een rol te spelen in therapieresistentie. Een comorbiditeit die al op jongere leeftijd aanwezig is, zorgt ervoor dat de eetstoornis blijft bestaan, waardoor bij volwassen patiënten met AN een beduidend hogere prevalentie van ASS wordt gevonden. ASS wordt dan ook gelinkt aan langdurige eetstoornissen (Huke et al., 2013).

Tot nu toe is er geen specifieke behandeling voor patiënten met een eetstoornis en ASS. We kunnen de theoretische kennis rond ASS wel gebruiken om handvatten te vinden om de behandeling van een eetstoornis aan te passen bij een persoon met ASS. Daarnaast zijn er ook handvatten vanuit praktijkervaringen.

Kenmerken van ASS en hun rol in eetstoornissymptomen

Personen met ASS hebben problemen in de ontwikkeling van “Theory of mind”, centrale coherentie en executief functioneren. Elk van deze aspecten kan een aantal moeilijkheden met eten verklaren en handvatten bieden bij de behandeling.

Theory of Mind (ToM) gaat over het vermogen zich een beeld te vormen van wat een ander denkt en voelt, naast wat je zelf denkt en voelt. Het speelt dan ook een essentiële rol in onze sociale contacten, gezien deze vaardigheid gelinkt is aan ons inlevings- en voorstellingsvermogen. Dit kan verklaren waarom het voor personen met ASS moeilijk is om in te schatten wat een normaal eetpatroon inhoudt, terwijl dit voor de meeste mensen vanzelfsprekend is. Ook kan het een hindernis zijn om maaltijden te plannen en voor te bereiden, omdat dit beroep doet op het voorstellingsvermogen van je noden op een later tijdstip (bv. ik heb nu geen honger, maar straks kan ik wel honger hebben). Daarnaast is eetgedrag doorgaans een sociaal gebeuren, en dus een situatie die extra moeilijkheden en stress geeft bij personen met ASS. Ze zoeken dan houvast in bepaald eetgedrag, zoals calorieën tellen of bepaalde voedingsmiddelen (niet) eten.

ASS gaat gepaard met problemen met centrale coherentie, of het kunnen komen tot een geïntegreerd beeld. Daarbij interpreteren en integreren we nieuwe informatie in het licht van hun context. Op vlak van eetgedrag kunnen deze problemen zich bij personen met ASS uiten in een sterke gerichtheid op details gekoppeld aan de voeding om te beslissen of ze iets willen eten of niet (denk bv. aan afhankelijkheid van een bepaald merk). Informatie of gedrag in de ene context wordt bovendien niet gegeneraliseerd naar andere contexten. Zo kan bepaalde voeding op de ene plaats geen probleem zijn, en in een andere omgeving wel. Ook kan het gebrek aan centrale coherentie gepaard gaan met een fixatie op bepaalde informatie, wat misvattingen kan geven over wat gezond is of zwart-wit denken kan stimuleren.

Ons executief functioneren laat ons toe ons denken en handelen (bij) te sturen, waardoor we bijvoorbeeld kunnen plannen, onze denkpatronen en gewoontes in vraag kunnen stellen, ons gedrag afstemmen op bepaalde doelen, enz. Op vlak van eetgedrag uiten problemen met executief functioneren zich onder meer in moeite met het opbouwen en volhouden van een regelmatig eetpatroon, bijvoorbeeld vergeten te eten, er niet in slagen om op regelmatige basis een maaltijd in te plannen,… Het verklaart ook waarom er bepaalde fixaties kunnen ontstaan en waarom die moeilijk bij te sturen zijn (bv. persevereren rond een bepaalde dieetregel).

Verder delen personen met ASS die een eetstoornis hebben, ook heel wat kenmerken met hun lotgenoten zonder ASS. Zo kan de eetstoornis een houvast zijn om met moeilijkheden om te gaan, kan rigide eetgedrag of afvallen beleefd worden als iets waar men ‘goed’ in is en zo een (ziekmakende) bron worden van zelfwaarde. En, zoals bij elke eetstoornis, is de behandeling in essentie een multidisciplinair gebeuren, met een voedingsluik, een medisch luik en een psychologisch luik. Indien de patiënt werd opgenomen is nazorg extra belangrijk door de moeilijkheden met generalisatie. Er is ondersteuning nodig om de vaardigheden die tijdens de opname werden geleerd, ook toe te passen in de thuissituatie.

Handvatten uit de praktijk

Welke handvatten geeft dit alles in behandeling van een persoon met een eetstoornis, die een comorbide autismespectrumstoornis heeft? Onderstaande adviezen zijn gebaseerd op ervaringen uit de klinische praktijk (Vorming ASS en eetstoornissen; slides van Els Engels; Spek, 2015).

  • Personen met ASS hebben vaak een atypische gevoeligheid voor bepaalde prikkels. Breng deze in kaart, zodat de stappen die je zet in de behandeling hier rekening mee kunnen houden.
  • Dwing iemand met ASS niet om te eten. Dit kan als erg traumatiserend ervaren worden.
  • Creëer veiligheid en voorspelbaarheid door extra uitleg te geven. Psycho-educatie kan gaan over gezonde leefstijl, lichamelijke groei, hoe kenmerken van ASS het eetgedrag beïnvloeden, risico’s van lijnen etc…
  • Conceptualiseren is vaak moeilijk. Visualiseer wat je duidelijk wil maken (bijvoorbeeld “een hand vol” om een bepaalde portie aan te duiden, afbeeldingen tonen van een zelfde voedingsmiddel in verschillende vormen/bereidingen, werken met stoplichten…). Wees gerust creatief!
  • Plannen is vaak moeilijk. Besteed extra aandacht aan het opbouwen van een goede dag- en eetstructuur. Zorg voor voorspelbaarheid, en help kapstokken creëren om maaltijden in te voegen in de andere dagactiviteiten.
  • Ook personen met ASS zijn gevoelig voor faalervaringen, en zoeken naar succeservaringen die houvast geven. Help hen zoeken naar andere, gezonde, succeservaringen en bronnen van zelfwaarde.
  • Hou er rekening mee dat wat voor ons kleine veranderingen lijken, voor een persoon met een autismespectrumstoornis een groot verschil kan maken. Wat in de ene situatie lukt, zal niet automatisch in een andere situatie lukken. Stuur verwachtingen bij, en stel doelen die rekening houden met de specifieke context.
  • Bij een persoon met ASS komen veel prikkels binnen. Vertraag het tempo, zorg voor tijd en ruimte om tot rust te komen tijdens en rond de maaltijden. 
  • Indien de persoon met ASS bepaalde fixaties heeft die schadelijk zijn, probeer deze om te vormen naar fixaties die gezond of onschadelijk zijn.
  • Een gourmetbord (met compartimentjes voor verschillende voedingsmiddelen) kan helpen om het overzicht te bewaren (of als voeding elkaar niet mag aanraken)
  • Eten is voor een persoon met ASS een stressvol gebeuren. Probeer de stress rond eten te verminderen door extra in te zetten op verbondenheid met je cliënt, en veiligheid en voorspelbaarheid te creëren.
  • Last but not least: Leg de lat laag en wees geduldig. Probeer je in te leven in de ervaring van een persoon met ASS om problemen te begrijpen en aan te pakken. Het doel is niet om iemand met ASS “normaal” te doen eten, naar onze normen, of dat deze “moet genieten” van eten. De essentie is om eetgedrag te bereiken waardoor de persoon met ASS medisch gezond blijft en dat binnen de sociale context van de persoon met ASS (die reeds aangepast kan zijn aan ASS), aanvaardbaar is.  

Nuttige tools

  • De proeftoren: educatief spel om jonge kinderen spelenderwijs fruit en groenten te leren proeven. Elke kleur staat voor een bepaalde proeffase. Zie www.proeftoren.be
  • Brain Blocks: educatief materiaal. Omdat er gewerkt wordt met ‘beelden’ wordt het gemakkelijker voor de cliënt om inzicht te krijgen in eigen ervaringen en die van anderen. Zie www.brainblocks.com
  • Recepten en kookboeken met extra visuele ondersteuning, gericht op personen met autsime, bv. “In kaatjes keuken (https://inkaatjeskeuken.nl/), “Autisme en koken” van Karen den Dekker,  “kook het lekker zelf” van Sandra Cornelissen
  • Sclera: Zelf pictogrammen en visualisaties maken. Zie www.sclera.be
  • Apps voor mensen met ASS: www.apps-autisme.be/

Literatuurtips

  • Thomas Fondelli – “Autisme en eetproblemen” 
  • Karen den Dekker – “O jee, ik eet” 
  • Renée Beer en Karin Tobias – “Eten zonder angst” 
  • Gina Ford – “Toptips voor moeilijke eters” 
  • Els Hofman – “Kleine eters”
  • Michal Janssen – “Tafelklets” voor kleine en grote eters 
  • Tania Stegen-Hanson – “Moeilijke eters” 
  • Idris Dheedene – Scriptie Voedings-en dieetleer 2012 “Tips en tools voor de begeleiding van eetproblemen bij kinderen met een autismespectrumstoornis”.
  • Eetexpert – Groeiwijzer rond smaakontwikkeling en eetgedrag (voor tips om eetgedrag te stimuleren zonder de druk te verhogen).

Nuttige websites

Rond doelgroep autisme

Rond eet- en gewichtsproblemen

Referenties

Bryant-Waugh, R.  (2013). Feeding and eating disorders in children. Current Opinion in Psychiatry, 26, 537–542.

Huke, V., Turk, J., Saeidi, S., Kent, A., Morgan, J. (2013). Autism spectrum disorders in eating disorder populations: A systematic review. European Eating Disorders Review, 21, 345-351.

Kral, T. V. E., Souders, M. C., Tompkins, V. H. Remiker, A. M. Eriksen W., &  Pinto-Martin, J. (2015). Child eating behaviors and caregiver feeding practices in children with autism spectrum disorders. Public Health Nursing, 32, 488-497.

Kral, T. V. E, Eriksen, W. T., Souders, M. C., Pinto-Martin, & J. A (2013). Eating behaviors, diet quality, and gastrointestinal symptoms in children with Autism Spectrum Disorders: A brief review. Journal of Pediatric Nursing, 28, 548-556.

Spek, A.A. (2015). Eetproblemen bij mensen met een autismespectrumstoornis zonder intellectuele beperking. Tijdschrift voor Psychiatrie, 57, 749 – 756.

Tanner, K., Case-Smith, J., Nahikian-Nelms, M., Ratliff-Schaub, K., Spees, C., & Darragh, A. (2015). Behavioral and physiological factors associated with selective eating in children with autism spectrum disorder. American Journal of Occupational Therapy, 69, 1-8.

Van De Sande, M. M., van Buul, V. J., & Brouns, F. J. (2014). Autism and nutrition: the role of the gut-brain axis. Nutrition Research Reviews, 27, 199-214.

Westwood, H., & Tchanturia, K. (2017). Autism Spectrum Disorder in Anorexia Nervosa: An updated literature review. Current Psychiatry Reports, 19(7):41.

Meer nieuws
  • De nieuwe fiches voor ouders zijn er!

    AUG 23- Ontdek hier de nieuwe fiches voor ouders.

  • Eerste Hulp bij Moeilijke Gevoelens

    JUL 23- Na ´Eerste Hulp bij Psychische Problemen (EHBP)´ voor volwassenen zijn er nu ook pakketten voor kinderen. Lees meer.

  • Het aantal 2-jarigen met overgewicht in Vlaanderen blijft stabiel

    JUL 23- Agentschap Opgroeien rapporteert over nieuwe gewichtscijfers bij 2-jarigen. Lees meer!

  • WHO-richtlijn en toolkit rond de marketing van ongezonde voeding bij kinderen

    JUL 23-  De WHO lanceert een nieuwe richtlijn en toolkit rond de marketing van ongezonde voeding bij kinderen en jongeren. Lees hier meer!

Bekijk al het nieuws
Survey
OPGELET! Dit is de oude website van Eetexpert.