Sciensano rapporteert over de corona-gezondheidsenquêtes

Sciensano, het wetenschappelijk instituut dat de volksgezondheid in België opvolgt, monitorde de voorbije maanden de impact van de COVID19-pandemie aan de hand van verschillende gezondheidsenquêtes. Hierin bekijken de onderzoekers van Sciensano niet enkel de kennis rond de maatregelen, maar ook de impact op geestelijke gezondheid, eet- en beweeggedrag, huiselijk geweld, gebruik van slaap- en kalmeermiddelen  en dergelijke meer. Er verschenen intussen eerste resultaten van zeven enquêtes. De eerste enquête werd gelanceerd drie weken na de coronamaatregelen en focuste o.m. op kennis en naleving van de maatregelen en de impact op onze geestelijke gezondheid, de tweede vond twee weken later plaats en bevatte o.m. de impact op onze leefstijl, en de derde enquête kwam online eind mei, na versoepeling van de maatregelen. Eind september verscheen ook het een vierde enquête. Daarin werd o.m. de houding t.o.v. vaccinatie en de contactopvolging app opgenomen. Begin december 2020 verscheen de vijfde enquête, waarin o.m. werd gerapporteerd rond vaccinatiebereidheid, geestelijke gezondheid en voedselzekerheid. En in maart 2021 verscheen een zesde enquête, waarin o.m. de prevalentie van eetstoornissen werd opgenomen. Er werd ook apart aandacht besteed aan kwetsbaarheid bij ouderen. In september 2021 verschenen de resultaten van de 7de enquête, die werd afgenomen in juni 2021 hierin werd voornamelijk ingezoomd op de geestelijke gezondheid. Er waren geen nieuwe cijfers rond overgewicht of eetstoornissen. 

De eerste resultaten van deze enquêtes zijn intussen gepubliceerd. Hierin zien we bijvoorbeeld dat angst- en depressieve klachten het hoogst waren aan het begin van de coronacrisis en bijhorende maatregelen, en afgenomen zijn na de versoepeling. Angstklachten zijn terug toegenomen tussen juni en september, maar waren niet zo hoog als in het begin van de crisis, depressie bleef toen stabiel. Angst- en depressieklachten waren in die periode echter nog steeds hoger dan vóór de coronacrisis. Met de komst van de tweede golf namen angst- en depressieklachten terug toe. Dit hoog niveau van eind 2020 hield aan: in maart 2021, een jaar na het begin van de coronacrisis, kampt nog steeds een vijfde van de volwassen bevolking met angstklachten (21%) en depressieklachten (21%); 15% kampt met beide. Ter vergelijking: in 2018, voor corona, was de prevalentie respectievelijk 11% en 9.5%. Deze klachten variëren tussen groepen, en zijn bv. hoger bij personen die het financieel moeilijker hebben, meer geïsoleerd zijn door hun gezinssituatie, of in de gezondheidssector werken. Ook jongvolwassenen (18-29 jaar; deze studie doet geen uitspraak over personen jonger dan 18) blijken het moeilijker te hebben: in maart 2021 meldt 34% van hen angstklachten en 38% depressieklachten. Ook slaapproblemen waren in 2020 opvallend hoog bij de bevolking, ook in de zomermaanden, en deelnemers rapporteerden (in juni) een toename in hun gebruik van slaap- en kalmeermiddelen. Verder zien we dat cijfers rond huiselijk geweld en suïcidaliteit zijn toegenomen tijdens de coronacrisis. Onze sociale gezondheid was bijzonder ongunstig tijdens de (eerste) lockdown, en verbeterde in de maanden nadien. Ontevredenheid over onze sociale contacten is echter op het moment van de 4de covid-enquête nog steeds veel hoger dan in niet-covid tijden, en nam terug toe in december (5de enquête), waarna ze hoog bleef (6de enquête). Uit de 6de enquête blijkt ook dat 29% van de volwassen bevolking zich ernstig eenzaam voelt.

In de zesde corona-enquête werd de SCOFF toegevoegd, een kort screeningsinstrument rond eetstoornissen. Personen die bevestigend antwoorden op 2 van de 5 vragen, zouden in principe verder onderzocht moeten worden rond de mogelijke aanwezigheid van een eetstoornis. In de gezondheidsenquête van 2018 rapporteerde 7% van de bevolking (van 15 jaar en ouder) signalen van een eetstoornis (9% bij vrouwen, 6% bij mannen). In maart 2021 bedraagt dit 11% van de volwassenen (18 en ouder) (13% bij vrouwen en 9% bij mannen, vanaf 18 jaar). Groepen met een verhoogd risico zijn o.m. vrouwen, jongvolwassenen, personen met angst- of depressieklachten, en personen met een lager opleidingsniveau.

De impact van de crisis en bijhorende maatregelen toonde zich ook in onze leefstijl in de voorbije maanden. Bij de tweede enquête merkte ongeveer de helft van de deelnemers veranderingen in beweeggedrag (sommigen bewogen meer, vooral jongeren, anderen minder, vooral wie alleen woont). Er was ook een verdubbeling in het percentage personen dat meer dan 8u per dag zit (sedentair gedrag), en dit was vooral het geval bij volwassenen die hun werk kon verderzetten via telewerk. Uit de zesde enquête blijkt dat sedentair gedrag gedaald is sinds april 2020, maar nog steeds veel hoger is dan in 2018. De resultaten rond eetgedrag zijn niet zo eenduidig. Enerzijds zien we dat de dagelijkse consumptie van groenten en fruit gedaald is in vergelijking met de gezondheidsenquête van 2018, en dat de dagelijkse consumptie van zoete en zoute snacks stabiel bleef. Dit gaat dus over de frequentie van consumptie. Anderzijds rapporteerden deelnemers over veranderingen in de hoeveelheid die ze aten van verschillende voedingsmiddelen tijdens de COVID-maatregelen. De meeste deelnemers (4 op 5) merkten geen veranderingen in de hoeveelheid groenten en fruit die ze aten. Ongeveer 1 op 3 gaf daarnaast aan grotere hoeveelheden zoete en zoute tussendoortjes te eten. Verder was er een afname in de het eten van voeding die buitenshuis bereid was (wat gelinkt kan worden aan de sluiting van de horeca). In maart 2021 bleek de consumptie van groenten en fruit nog steeds in dalende lijn, maar werden wel minder zoete en zoute snacks en frisdranken geconsumeerd in vergelijking met april 2020 (en i.v.m. 2018). Niet onbelangrijk zijn ook de cijfers rond voedselonzekerheid: bij 1/10 was er angst niet voldoende voedsel te kunnen kopen, bij 1/20 was dit ook daadwerkelijk het geval, en 1/10 kon het zich niet veroorloven om gezond en evenwichtig te eten tijdens de COVID-19-crisis. In december 2020 (vijfde enquête) namen deze cijfers toe, en gaf 12% van de Belgen aan het zich niet te kunnen veroorloven om gezond en evenwichtig te eten.

Nog complexer wordt het als we de cijfers rond gewichtstoestand nader bekijken. Ten eerste zien we dat de gemiddelde BMI gestegen is van 25.5 in 2018 naar 26.0 in april 2020 en naar 26.2 in maart 2021. Door verschuivingen in gewichtscategorie, nam het percentage volwassenen met een normaal gewicht af, en nam het percentage met obesitas toe sinds de nationale gezondheidsenquête van 2018, van 15.9% naar 19.0% (april 2020) tot 20% (maart 2021) van de volwassenen. De stijging tussen 2018 en 2020 is significant, maar bleef sindsdien stabiel. Sciensano voegt wel toe dat deze stijging mogelijk deels te wijten is aan een verschil in afnameprocedure tussen de nationale gezondheidsenquête van 2018, waarbij gerapporteerd werd aan een enquêteur en sociale wenselijkheid een sterkere rol kan spelen (overschatting van lengte en onderschatting van gewicht) tegenover de covid-enquêtes, die via een anonieme online enquête verlopen, en waarbij de zelfrapportage mogelijk correcter is. Anderzijds wordt wel aangenomen dat veranderingen in levensstijl ook een rol spelen. Verder valt op dat in 2021 42% van de volwassenen gewichtstoename rapporteert in het afgelopen jaar; in april 2020 rapporteerde 26% gewichtstoename in de voorbije maanden. Verder gaf ook 16% aan te zijn afgevallen in het voorbije coronajaar. Ook de prevalentie van ondergewicht nam trouwens toe, van 3% in 2018 naar 4% in 2021.

Als we kijken naar wie meer risico loopt om in de categorie’ obesitas’ te vallen (in april 2020), gaat het vaker over personen die meer dan 8u per dag zitten, en over personen die hun consumptie van zoete en zoute snacks veranderd hebben (meer óf minder). Anderzijds er zijn geen significante verschillen in verandering in voedingsgewoonten en lichaamsbeweging tussen wie aangaf te zijn bijgekomen, en wie geen gewichtstoename rapporteerde. Het is niet duidelijk wat hiervoor de verklaring is, en of deze eerder van statistische aard is (bv. steekproefgrootte, mate van variatie in verandering) of iets zegt over de relatie tussen (perceptie van) verandering in eet- en beweeggedrag en (perceptie van) verandering in gewicht. Andere risicofactoren voor obesitas zijn onder meer hogere leeftijd en lager opleidingsniveau, zo blijkt ook uit de enquête van maart 2021.

In de vierde enquête (september) werd expliciet gepeild naar de waargenomen impact van de coronacrisis op verschillende levensdomeinen. Hieruit blijkt dat de groep die een negatieve impact ervaart op lichaamsbeweging, voedingsgewoonten of lichaamsgewicht groter is dan de groep die een positieve invloed ervaart voor elk van deze domeinen. Bovendien hebben personen die een negatieve impact ervaren op deze (en andere) levensdomeinen, een hogere kans op psychische problemen. Uit de zesde enquête blijkt dat de waargenomen negatieve impact van de coronacrisis op alle levensdomeinen, ook ‘lichaamsbeweging, voedingsgewoonten en lichaamsgewicht’, verder is toegenomen.

De publicaties rond de resultaten van de verschillende COVID-19 enquêtes van Sciesano vind je hier.

Meer nieuws
  • De nieuwe fiches voor ouders zijn er!

    AUG 23- Ontdek hier de nieuwe fiches voor ouders.

  • Eerste Hulp bij Moeilijke Gevoelens

    JUL 23- Na ´Eerste Hulp bij Psychische Problemen (EHBP)´ voor volwassenen zijn er nu ook pakketten voor kinderen. Lees meer.

  • Het aantal 2-jarigen met overgewicht in Vlaanderen blijft stabiel

    JUL 23- Agentschap Opgroeien rapporteert over nieuwe gewichtscijfers bij 2-jarigen. Lees meer!

  • WHO-richtlijn en toolkit rond de marketing van ongezonde voeding bij kinderen

    JUL 23-  De WHO lanceert een nieuwe richtlijn en toolkit rond de marketing van ongezonde voeding bij kinderen en jongeren. Lees hier meer!

Bekijk al het nieuws
Survey
OPGELET! Dit is de oude website van Eetexpert.