De nieuwe fiches voor ouders zijn er!
AUG 23- Ontdek hier de nieuwe fiches voor ouders.
Naar aanleiding van de reportage van Pano op 4/3/2020 rond geheime netwerken op sociale media brengen we graag nog eens de aanbevelingen hierrond onder uw aandacht.
Problematische online activiteiten zoals geheime sociale netwerksites met pro-eetstoornis inhoud zijn een relatief nieuw thema. Zeker rond aanpak in de hulpverlening is de kennis nog beperkt. De handvatten die er zijn, zetten we graag op een rijtje.
Voor hulpverleners die in contact komen met patiënten met een eetstoornis is het belangrijk om aandachtig te zijn voor activiteit op deze websites en netwerken. De eerste stap hierin is kennisverhoging: wees je bewust van het bestaan van online pro-eetstoornis activiteiten en de verschillende soorten platforms waarop deze worden verspreid.
Creëer een sfeer van openheid om deze online activiteiten te bespreken. Dergelijke websites en online platformen kennen een taboesfeer, die kunnen verhinderen dat de patiënt zijn ervaringen hierrond deelt. Neem een neutrale, niet-beoordelende houding aan t.o.v. dergelijke activiteiten in het contact met de patiënt.
Hoewel we zicht willen krijgen op mogelijk problematische online activiteiten, dient toeleiding tot deze netwerken ten allen tijde voorkomen te worden. Hier moeten we dus als hulpverlener het evenwicht vinden tussen gericht vragen stellen vanuit kennis rond de problematiek, zonder de patiënt op ideeën te brengen. Vraag daarom NIET rechtstreeks of de patiënt(e) actief is op deze netwerken of bepaalde sites. Werk stapsgewijs waarin je zowel probeert zicht te krijgen op
De (problematische) rol van online media in kaart brengen, kan door een online mediadagboek bij te houden waarin volgende elementen geregistreerd worden: (a) over welke (soort) website gaat het? (b) hoe vaak en hoe lang duurde deze activiteit en (c) welke gedachten en gevoelens ervaarde de patiënt tijdens en na deze online activiteit?
Indien er op basis van de antwoorden van de patiënt(e) een sterk vermoeden rijst dat zij actief zijn op problematische netwerken, is het belangrijk om door te vragen om mogelijk problematische online activiteiten te evalueren en te identificeren, bv.:
Hou er rekening mee dat deze activiteiten ook een bron van sociale en emotionele steun kunnen zijn voor de patiënt. Hoe verontrustend ook, probeer te vermijden om in de ‘reparatie-reflex’ te schieten waarbij je de persoon in kwestie probeert te overtuigen om hier onmiddellijk mee te stoppen. Blijf zonder oordeel verder verkennen, en schat de motivatie van de patiënt in om dit gedrag te veranderen. Laat de persoon stilstaan bij de voor- en nadelen die bij het bezoeken van deze netwerken gepaard gaan. Welke alternatieven zouden er zijn met dezelfde voordelen als deze netwerken? Werk verder aan een goed contact met je patiënt en aan zijn/haar sociaal netwerk. Het uiteindelijke doel is om ongezonde (online) activiteiten te vervangen door gezonde activiteiten.
Breng NIET op ideeën door te verwijzen naar probleemgedrag en probleemsituaties, bijvoorbeeld: “jij zit toch niet op websites die …… “. Onderzoek toont immers aan dat het jongeren kan inspireren om deze sites te bezoeken of net het probleemgedrag te vertonen waartegen wij ze willen beschermen.
1. Bespreek groeithema’s die voor alle jongeren herkenbaar zijn: nood hebben aan een netwerk met familie en vrienden, opbouwen van een identiteit en positief zelfbeeld, omgaan met veranderingen in je lichaam, leren omgaan met moeilijke gevoelens en emoties. Laat jongeren aan het woord. Stel open vragen, bijvoorbeeld:
2. Werk versterkend, door jongeren hierover te laten reflecteren. Benadruk wat goed gaat en help hen om nieuwe handvatten te vinden waar nodig. Suggesties kunnen, maar laat hen in de eerste plaats zelf tot oplossingen komen.
3. Versterk mediavaardigheden en leer hen kritisch denken over het gebruik van sociale media
Er bestaan lespakketten die specifiek op deze thema’s inzetten: zie ons aanbod voor preventiewerkers en leerkrachten.
Verdiepende info
Meer weten over dit thema? In 2017 hebben we in onze nieuwsbrief onderzoek samengebracht rond de rol van sociale netwerksites in het risico op eetstoornissen.
Referenties
Bond (2012). Virtually Anorexic – Where’s the harm? A research study on the risks of pro-anorexia websites.
Custers, K. (2015). The urgent matter of online pro-eating disorder content and children: clinical practice. European Journal of Pediatrics, 174, 429–433.
Gale, L., Channon, S., Larner, M., & James, D. (2016). Experiences of using pro-eating disorder websites: a qualitative study with service users in NHS eating disorder services. Eating and Weight Disorders, 21, 427–434.
Lewis, S.P., & Arbuthnott, A.E. (2014) Non-suicidal self-injury, eating disorders, and the internet. In Claes, L., & Muehlenkamp, J. (Eds.) Non-Suicidal Self-Injury in Eating Disorders (pp. 273-293). Springer, Berlin, Heidelberg.