Zorg op maat bij overgewicht - Verslag kennisdag 2019

Zorg op maat bij overgewicht - Kennisdag 2019

Een zorgplan op maat aanbieden voor elke persoon is het ultieme doel. Hierbij staat goede screening en een protocollaire behandeling centraal. De protocollen worden nog niet altijd ingezet, toch het is juist heel belangrijk om met het protocol te werken op maat van de cliënt.

De aanmeldingsklacht waarmee de cliënt naar de hulpverlening stapt is in dit geval overgewicht. Maar deze hulpvraag is het topje van de ijsberg. Het gewichtsprobleem is meestal een onderdeel van een complexere problematiek die verschilt van individu tot individu. Hoe is het gewichtsprobleem onstaan en welke factoren hangen ermee samen? Een goede screening en indicatiestelling kan inzicht bieden voordat de behandeling van start gaat. 

Zorgplan en EOSS (-P)

Welke criteria bepalen hoe het zorgplan er zal uit zien? We verschuiven de focus op gewicht naar een ruimere gezondheidsfocus. Niet enkel de BMI speelt een rol, maar ook factoren zoals:

  • Ernst van het overgewicht​ 
  • Medische comorbiditeiten 
  • Motivatie​fase 
  • Psychologische comorbiditeiten (eet-/gewichtsgerelateerde en/of andere)  
  • Leeftijd

EOSS en EOSS-P

De EOSS maakt een ernstinschatting van obesitas op basis van breed gezondheidsrisico, niet op basis van BMI. 

Aan- of afwezigheid van risicofactoren op vlak van medische toestand, mentale toestand en functionaliteit komen hierbij aan bod, bij patiënten met een BMI vanaf 30. Bij volwassenen met obesitas worden 5 stadia (0-4) onderscheiden, waarbij stadium 4 de hoogste ernst weerspiegelt. De persoon met obesitas krijgt een stadium toegekend op elk van deze domeinen, en het hoogst genoteerde stadium vormt het uiteindelijk stadium waarin de persoon geclassificeerd wordt en dat richting geeft aan de behandeling.

De EOSS-P stelt een ernstinschatting voor op basis van medische, biomechanische en psychologische gezondheidsinformatie en de sociale omgeving en familiale situatie van kinderen met obesitas. Er worden 4 ernststadia (0-3) onderscheiden.

De EOSS en EOSS-P weerspiegelen de complexiteit van de obesitasproblematiek en de heterogeniteit van de populatie met obesitas. De oorzaken van obesitas variëren, en de ene persoon wordt zwaarder getroffen door de gevolgen van obesitas dan de andere. Hierdoor draagt de EOSS bij aan correcte beeldvorming rond obesitas, gaat ze stigmatisering tegen. Een belangrijke meerwaarde voor de praktijk is dat de EOSS(-P) barrières in behandeling meeneemt in de stadiëring. Een jongere die nog relatief weinig hinder ondervindt van zijn gewicht, maar gezien zijn gezinssituatie of door een mentale beperking een negatieve prognose heeft, zal vanuit dit systeem een intensievere zorg toegekend krijgen. Dit sluit ongetwijfeld aan bij de ervaring van heel wat clinici.

Dit classificatiesysteem voor kinderen werd ontwikkeld door hulpverleners en onderzoekers binnen gespecialiseerde zorg voor kinderen met obesitas, met medewerking van de ontwikkelaar van de EOSS voor volwassenen. De EOSS-P lijkt beloftevol, maar dient zelf nog gevalideerd te worden. 

Voorbeeldvragen

  • Wat kan je vertellen over je verleden i.v.m je gezondheid en pogingen om gezond te leven? Wat doe je vandaag om gezond te leven? 
  • Hoe ziet jouw dagelijks leven er uit? 
  • Wie zijn belangrijke mensen in jouw omgeving? Welke invloed hebben zij op jouw gezondheid? 
  • Welke belemmeringen ervaar je op lichamelijk vlak omwille van het overgewicht? 
  • Hoe goed  voel je je in je vel? Welke invloed heeft je gewicht op hoe je je voelt? 

Interventie 

Specifiek voor de doelgroep ‘kinderen en adolescenten’ wordt volgend schema gehanteerd om de interventie vorm te geven in afstemming op de leeftijd van het kind en de ernst van het overgewicht:


 
Overgewicht (gewichtsindex 120-140%)
Obesitas (gewichtsindex 140-180% Morbide obesitas (gewichtsindex > 180%)  
<7 jaar Advies aan ouders en ondersteuning  Advies aan ouders en ondersteuning  
Advies aan ouders en ondersteuning, Kind doorverwijzen naar gespecialiseerd team 
7– 13 jaar Advies aan ouders en ondersteuning  Behandeling kind lifestyleprogramma 
Advies aan ouders en ondersteuning, Kind doorverwijzen naar gespecialiseerd team 
>13 jaar  Aangepast adolescentenprogramma Aangepast lifestijleprogramma 
Advies aan ouders en ondersteuning, Kind doorverwijzen naar gespecialiseerd team 

Screening van psychologische modellen 

Daarnaast dienen psychologische factoren gescreend te worden. De European Childhood Obesity Group publiceerde in 2014 een position paper met 5 screeningsvragen op basis waarvan een eerste inschatting kan gemaakt worden over de aanwezigheid van psychologische (eetgerelateerde) problemen. Indien op één van de vragen positief geantwoord wordt, is verdere screening aangewezen zodat een behandelplan op maat kan opgesteld worden.


Vraag  Achterliggend theoretischmodel 

M1. Rapporteert de patïent grote hoeveelheden voedsel te eten of een gevoel van controleverlies te ervaren bij het eten​ 
~ Eetbuien​ 

M2. Is de patiënt gepreoccupeerd met restrictief eten en diëten of maakt het ernstig zorgen over gewicht en lichaamsvormen?​ 
~ Lijngericht eten < Dietary Restraint Theory​ 

M3. Vertoont de patiënt emotionele eetpatronen?​ 
~ Emotioneel eten < Affect Regulation Theory​ 

M4. Vertoont de patiënt een hoge mate van disinhibitie, een specifieke responsiviteit ten aanzien van voedsel of geeft hij/zij aan verslaafd te zijn aan overeten?​ 
~ Extern eten < Reinforcement Sensitivity Theory​ 

M5 – exclusief voor kinderen. Zijn er familiale problemen aanwezig in de opvoedingssituatie van het kind? Of vertoont het kind internaliserende of externaliserende problemen 
​ 
Obesitas als uitdrukking van een familiale pathologie of een comorbidepsychopathologie​ 

Behandeldoelstellingen 

Bij aanwezigheid van eetbuien is het belangrijk om controle te krijgen over de eetbuien. Bij lijngericht eten is bewustwording van dieethypes en het belang van een gezonde leefstijl belangrijk. Bij emotioneel eten staat het leren omgaan met emoties centraal. Bij extern eten zijn nee leren zeggen tegen verleiding en het leren uitstellen van behoeftebevrediging doelstellingen. Wanneer obesitas een uitdrukking is van een familiale pathologie of een comorbide psychopathologie​, is verdere screening en uitdieping van het zorgtraject aangewezen. 

Extern eetgedrag 

  1. Zelfmonitoring en observatie​ 
  2. Doelen bepalen en opvolgen in actieplan​ 
  3. Zelfevalueren en bijsturen​ 
  4. Zelfbekrachting 

Het bijhouden van het eetgedrag via een dagboek geeft inzicht in positieve punten en werkpunten.​ Het helpt om moeilijke momenten​ te inventariseren. Het eetdagboek bijhouden laat je best niet te snel los, want het geeft veel informatie en helpt de cliënt zelf ook om meer inzicht te krijgen. Samen noteren en concretisering zorgt voor minder mentale belasting.  

Bepaal doelen volgens het SMART-principe en formuleer ze positief (“wat zal je wél doen”).​ 

Formuleer kleine voedings-, bewegings- en gedragsdoelen​. Denk aan self-efficacy en de goede match tussen omgeving en persoon. Hou rekening met de invloed van stress​ en bied de cliënt mentale ontlasting (cognitieve sturing van het gedrag)​, via dagelijkse opvolging​, concretisatie van de doelen en vooraf bespreken van hindernissen en oplossingen​. 

Gewichtsverlies en behoud vereisen stevige executieve functies om de behoeftebevrediging te kunnen uitstellen. De cliënt moet beroep doen op zijn cognitieve controle ​en werkgeheugencapaciteit​. 

Emotioneel eetgedrag 

Bij een verhoogde score op emotioneel eten is het belangrijk om eerst verder samen te exploreren en na te gaan wat de functie van het eetgedrag is en wat er aan de basis ligt van de emotionele problemen. Zo kan het aanleren van emotieregulatievaardigheden onvoldoende zijn wanneer iemand bv. ook kampt met een onverwerkte rouw of een majeure depressie.  

Eetbuien 

Als er eetbuien aanwezig zijn is het belangrijk om te exploreren wat de triggers van de eetbuien zijn, om de functie ervan te achterhalen. Bij de ene cliënt is het een manier om met verdriet om te gaan, bij de ander is het gewoontegedrag en bij nog iemand anders kan het een reactie op extreem lijngedrag zijn. De behandeling zal er voor deze drie personen heel anders uit zien. 

Opvoedingsproblemen 

Bij opvoedingsproblemen kunnen we beroep doen op een protocol dat inzet op ouderlijke voedingsstrategieën​. Facetten die hierin aan bod komen zijn het zoeken naar een balans tussen ouderlijke betrokkenheid​ en ouderlijke controle​, en een cognitief luik​.  

Binnenkort komt er een e-health module online die bischikbaar zal zijn voor ouders en hulpverleners. Nieuw in de e-health module is een focus op de ouders als emotie-coach en ouder-kind communicatie, wat een belangrijke meerwaarde is in de behandeling is (Pratt et al., 2018). 

Ook het belang van een onveilige gehechtheidsrelatie in het ontstaan van emotioneel eten mag niet vergeten worden. Bij algemene opvoedingsproblemen (socialisatieproblemen, gedragsproblemen) is samenwerking met andere hulpverleningsinstanties en/of doorverwijzing aangewezen. 

Internaliserende of externaliserende problemen 

Tot 50% van de kinderen en jongeren met obesitas in een klinische populatie​ hebben emotionele problemen (angst en depressie) of gedragsproblemen​. 

Een verdere screening is dan noodzakelijk via een klinisch interview zoals de SCID-junior​, om te bepalen of doorverwijzing of een twee-sporenbeleid nodig is. 

Conclusie  

Centraal staat een zorgvuldige screening​, een multidisciplinaire aanpak​ en een zorgplan op maat van de behoeften van de cliënt​. De samenwerkingsrelatie en motivatie-inschatting zijn belangrijke componenten om een ​duurzame gedragsverandering in functie van gezondheid te bewerkstelligen 

Referenties

  • Braet, C., O’Malley, G., Weghuber, D., Vania, A., Erhardt, E., Nowicka, P., Mazur, A., Frelut, M. L., & Ardelt-Gattinger, E. (2014). The assessment of eating behaviour in children who are obese: A psychological approach. A Position Paper from the European Childhood Obesity Group. Obesity Facts, 7 (13p).
  • Hadjiyannakis, S., Buchholz, A., Chanoine, J.-P., Jetha, M. M., Gaboury, L., Hamilton, J., . . . Ball, G. (2016). The Edmonton Obesity Staging System for Pediatrics: A proposed clinical staging system for paediatric obesity. Paediatrics and Child Health, 21, 21-26.
  • Northern Health (2012). Position on health, weight, and obesity. Northern Health, Canada.
  • Sharma, A. M., & Kushner, R. F. (2009). A proposed clinical staging system for obesity. International Journal of Obesity, 33, 289–295.

Nuttige links 


Over de spreker

Dr. Ellen Moens is klinisch psycholoog en lector aan de Odisee Hogeschool Gent. Ze is verbonden aan Centrum kind en adolescent, en begeleidt onder andere kinderen met overgewicht in samenwerking met het gewichtszorgprogramma van het Jan Palfijn ziekenhuis, Gent.  

Meer nieuws
  • De nieuwe fiches voor ouders zijn er!

    AUG 23- Ontdek hier de nieuwe fiches voor ouders.

  • Eerste Hulp bij Moeilijke Gevoelens

    JUL 23- Na ´Eerste Hulp bij Psychische Problemen (EHBP)´ voor volwassenen zijn er nu ook pakketten voor kinderen. Lees meer.

  • Het aantal 2-jarigen met overgewicht in Vlaanderen blijft stabiel

    JUL 23- Agentschap Opgroeien rapporteert over nieuwe gewichtscijfers bij 2-jarigen. Lees meer!

  • WHO-richtlijn en toolkit rond de marketing van ongezonde voeding bij kinderen

    JUL 23-  De WHO lanceert een nieuwe richtlijn en toolkit rond de marketing van ongezonde voeding bij kinderen en jongeren. Lees hier meer!

Bekijk al het nieuws
Survey
OPGELET! Dit is de oude website van Eetexpert.