De nieuwe fiches voor ouders zijn er!
AUG 23- Ontdek hier de nieuwe fiches voor ouders.
Dit voorjaar is er beleidsmatig heel wat in beweging met implicaties voor de organisatie van preventie, vroegdetectie en zorg bij eet- en gewichtsproblemen. Op verschillende niveaus worden nieuwe beleidskeuzes geconcretiseerd waarbij Vlaams en Federaal beleid elkaar flankeren en meer en meer gaan aanvullen. Deze acties horen vaak bij strategische beleidskeuzes die enkele jaren geleden gemaakt werden op verzoek van Europese instellingen en de WHO. An Vandeputte, coördinator van Eetexpert, schreef volgende tekst om je wegwijs te maken in de vernieuwingen in de gezondheidszorg en in de geestelijke gezondheidszorg, en licht de implicaties voor het traject rond eet- en gewichtsproblemen toe.
Internationaal pleit men al een tijd voor meer populatiegericht afstemmen in de organisatie van zorg en voor een gedurfde hervorming in de gezondheidszorg. De WHO en de Europese instellingen pleiten voor een hele transformatie als antwoord op volgende uitdagingen: toename van chronisch ziekentoename van complexe multimorbiditeit, en toename van de kost met beperkte middelen. In 2010 zijn alle Europese lidstaten verzocht om werk te maken van een op de patiënt afgestemd beleid van gezondheidsbevordering, primaire en secundaire preventie, en behandeling van chronische aandoeningen.
De Belgische autoriteiten geven het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) hierrond een studieopdracht die in 2012 leidt tot een Belgische Position Paper over de zorg bij chronische ziekten. Gezondheidszorg georiënteerd per ziektebeeld voldoet niet langer, men vraagt om een paradigmashift binnen het gezondheidsbeleid:
Op de Interministeriële conferentie (IMC) van 2015
keuren de Federale en Vlaamse ministers een nieuw plan goed voor de uitbouw van
zorg. Op dit plan wordt Federaal en Vlaams niveau verder gebouwd in diverse
beleidsdomeinen die zich richten van preventie tot zeer gespecialiseerde
residentiële zorg.
Het Vlaamse preventiebeleid wordt aangepast tijdens de gezondheidsconferentie in 2016 in een nieuw strategisch plan ‘ de Vlaming leeft gezonder tegen 2025’. Er wordt gekozen voor een versterkende aanpak én voor setting-gericht werken: Men wil efficiëntieverhoging op bevolkingsniveau door tegelijk versterkend in te zetten in diverse settings waarin Vlamingen leven (gezin, werk, vrije tijd, onderwijs, beleid, zorg…). Men wil vooral inzetten op het versterken van beschermende factoren.
Een nieuwe organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg wordt uitgetekend in het Vlaamse decreet betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnsaanbieders dat aangenomen wordt op 26 april 2019. Met dat decreet concretiseert het beleid de centrale en levenslange rol van eerstelijnsactoren in de zorg en ondersteuning, conform de WHO aanbeveling. Het decreet vormt de basis voor verdere hervorming in de eerste lijn, zoals de verdere uitbouw van eerstelijnszones[1] die in 2018 is ingezet, de installatie van Zorgraden[2] in alle eerstelijnszones in april 2019, samenwerkingsverbanden tussen diverse eerstelijnszones in regionale zorgzones[3] voor specifiekere thema’s zoals welzijn, ggz, palliatieve zorg,… (mei 2019), en alles ondersteund door een Vlaams Instituut Voor de Eerste Lijn (VIVEL, mei 2019) Het decreet ondersteunt ook uitwerking van tools voor een patiëntcentrale benadering van de zorg zoals zorgcoördinatie en casemanagement.
De nieuwe organisatie van het ziekenhuislandschap moet leiden tot meer kwaliteit en efficiëntie van de zorg. Met deze beleidskeuze wil men kwaliteitsverhoging en meer kostefficiëntie door op netwerkniveau[4] (i.p.v. op ziekenhuisniveau) afspraken te maken i.v.m. de organisatie van een gespecialiseerd zorgaanbod. In 2020 zal elk ziekenhuis wel algemene zorg aanbieden zoals courante chirurgie en dagkliniek, maar niet elk ziekenhuis zal elk type gespecialiseerde zorg zoals materniteit, spoed, of basisberoertezorg voorzien.
Voor het uitwerken van innovatie in de zorg krijgen 12 pilootprojecten rond geïntegreerde zorg in 2018 groen licht voor uitwerking van een locoregionaal actieplan. Via samenwerking en afstemming in preventie en zorg wil men kostefficiënter omgaan met zorg, en inzetten op bevordering van gezondheid in de regio (zie ook www.integreo.be)
Internationaal is men deze transformatie ook aan het uitwerken voor de geestelijke gezondheidszorg. De WHO stelde in haar Mental Health Action Plan 2013-2020 volgende vier strategische doelstellingen voorop:
Dit leidde in 2012 tot de oprichting van netwerken GGZ volwassenen en in 2015 tot netwerken GGZ jongeren. Deze netwerken vormen voortaan de kapstok voor het uitwerken van alle GG-zorg in een regio en voor samenwerking tussen gemeenschappen, gewesten en federale overheid. De pijlers voor deze hervorming zijn uitgeschreven in twee gidsen die werden goedgekeurd door Vlaamse én Federale ministers tijdens opeenvolgende interministeriële conferenties (voor meer info zie www.psy0-18.be en www.107.be). De netwerken worden door de verschillende overheden gezamenlijk opgevolgd.
Ook in 2019 verstevigen de netwerken zich verder: Hun werking is ook in de laatste Vlaamse regio’s uitgebouwd waardoor alle regio’s zorgcoördinatie hebben. In de netwerken volwassenen is dat op regionaal niveau (300.000 à 500.000 inwoners), in de netwerken kinderen en jongeren is dat op provinciaal niveau (1 à 2 miljoen inwoners).
Binnen de netwerken is nu verdere uitbouw bezig: Na de organisatie van gespecialiseerde crisiszorg, gespecialiseerde langdurige zorg, versterking van het aanbod voor dubbeldiagnose (combinatie psychische problemen en handicap/verslaving), en intersectorale consult en liaison voor de netwerken[5] jongeren, sluiten de netwerken zich aan bij de WHO aanbeveling om vroegtijdig in te zetten. De netwerken jongeren startten in 2018 een werking rond vroegdetectie en vroegbehandeling en de netwerken volwassenen kregen vanaf 1 april een enveloppe voor het uitwerken van de eerstelijnspsychologische functie in hun regio. De inzet van een eerstelijnspsychologische functie voor kinderen en jongeren krijgt in Vlaanderen vorm binnen de samenwerkingsverbanden jeugdhulp in het kader van de oproep ‘1 gezin, 1 plan’.
Verder werd op 17 mei 2019 het nieuwe Vlaamse ggz decreet gepubliceerd dat de Vlaamse zorgorganisatie beter wil stroomlijnen uitgaande van de noden van mensen met psychische problemen en hun context. Zelfzorg en informele zorg worden verankerd als basis in de zorg, aangevuld met generalistische basiszorg. Gespecialiseerde diagnostiek, behandeling, rehabilitatie en netwerking bouwen erop verder wanneer meer intensiteit en expertise aangewezen is. Herstelgericht en contextgericht werken is prioritair. Daarnaast krijgt de inzet van ervaringsdeskundigheid een prominente plaats in het decreet.
De transformatie die uitrolt, heeft duidelijke implicaties voor de organisatie van de zorg bij eet- en gewichtsproblemen. Er werd begin dit jaar een beheersovereenkomst afgesloten met het Kenniscentrum Eetexpert om tot eind 2023 binnen deze transformatie te verdiepen rond het thema ‘eet- en gewichtsproblemen’ als partnerorganisatie van de Vlaamse Overheid.
Het beleid pleit ook voor het versterken van de informele zorg. Om hierop in te spelen, gaf Eetexpert aan medewerkers van Awel, Teleonthaal, Teleblok, CAW/JAC, … vorming in verband met laagdrempelige gespreksvoering bij eet- en gewichtsproblemen. Eetexpert werkt ook mee aan de vorming ‘Eerste Hulp Bij Psychische problemen’ i.s.m. Zorgnet Vlaanderen en het Rode Kruis. Vroegtijdig herkennen en omgaan met eerste signalen van eet- en gewichtsproblemen is er een onderdeel van. Ook voor de sportcoaches worden in 2019 bijkomende trainingen voorzien in het opmerken van signalen en het begeleiden naar hulp bij eet- en gewichtsproblemen.
De netwerken jongeren hebben sinds eind 2018 de mogelijkheid om op netwerkniveau (provinciaal dus) specifieke verbindingen uit te bouwen rond vroege herkenning en vroege begeleiding van kinderen en jongeren met eet- en gewichtsproblemen. In Limburg wordt daarvoor nu iemand vrijgesteld in het netwerk Ligant.
In onze landelijke organisatie weerhouden we een sterke transformatie in de
gezondheidszorg en netwerkgerichte organisatie van de GGZ.
Voor de organisatie van zorg bij eet- en gewichtsproblemen vraagt dit enkele
aanpassingen en nieuwe acties:
[1] De 59 eerstelijnszones betreffen kleinstedelijke zones van ongeveer 100.000 inwoners waarbinnen samenwerking en zorgafstemming rond de burger gebeurt volgens de aanbevelingen van de WHO.
[2] De zorgraden zorgen voor afstemming en samenwerking in de gezondheidszorg in de eerstelijnszones.
[3] De 14 regionale zorgzones situeren zich op regionaal niveau (ong. 1 zorgzone per 500.000 inwoners) en zorgen voor afstemming en zorgafspraken m.b.t. overkoepelende thema’s die een zekere schaalgrootte vragen zoals geestelijke gezondheidszorg, palliatieve netwerken, logo-werking.
[4] De ziekenhuisnetwerken zijn nog in uitwerking, maar zullen niet steeds samenvallen met de regionale zorgzones/ggz netwerken volwassenen.
[5] Is vierde fase in de uitwerking van de netwerken ggz kinderen en jongeren (cf gids, Nationaal Plan 2015-2020, acties 10, 21, en 25) met als doel maatgerichte, betere en meer continue zorg te kunnen bieden via uitwisseling van expertise en praktijkervaring.