Speciale doelgroepen
Leven met type 1 diabetes vergt heel wat aanpassingen in iemands eetpatroon en –gedrag. Net door deze aanpassingen, lopen personen met type 1 diabetes een verhoogd risico op verstoord eetgedrag:
Leven met diabetes werkt dus in op verschillende gekende risicofactoren in het ontstaan van een eetstoornis.
Verstoord eetgedrag neemt ook bij personen met type 1 diabetes verschillende vormen aan: restrictief eetgedrag (bv. bij sterke rigiditeit), eetbuien (bv. bij een verstoring van het honger- en verzadigingsgevoel) en compensatiegedrag (zoals extreem sporten, braken). Een vorm van compensatiegedrag die uniek is voor deze groep, is met opzet een te lage dosis insuline toedienen of een dosis over te slaan, met als doel gewicht te verliezen.
De risico’s en gevolgen van eetproblemen/eetstoornissen bij diabetes type 1 zijn niet min: hyperglycemie, mentale gezondheidsproblemen, het vroeger ontstaan van microvasculaire complicaties (zoals gezichts- en nierschade), een hogere frequentie van diabetesgerelateerde ketoacidose en hospitalisatie ten gevolge van diabetes, en een verhoogd mortaliteitsrisico (meer bepaald een drievoudig risico over een periode van 6 tot 10 jaar). Daarom is het belangrijk om tijdig verstoord eetgedrag en eetstoornissen in het algemeen, en onaangepast insulinegebruik in het bijzonder, tijdig op te sporen.
Een goede kennis van (kenmerken van) eetstoornissen en risicofactoren zijn van belang in tijdige detectie van verstoord eetgedrag en eetstoornissen. Meer informatie over type 1 diabetes, vroegdetectie en behandeling vind je terug in de verdiepende informatie.
National Paediatric Diabetes Audit (NPDA) National Conference 2018: Getuigenis van een ervaringsdeskundige.
De MEED-richtlijn (Medical Emergencies in Eating Disorders; vroeger gekend als (junior) MARSIPAN) bevat een supplement specifiek rond personen met eetstoornissen en type 1 diabetes .