Identiteit als transdiagnostisch mechanisme van psychopathologie
Prof. dr. Laurence Claes, KU Leuven & Universiteit Antwerpen
Identiteitsproblemen kunnen leiden tot (identiteits)stress: het blijven zoeken naar wie je bent en niet weten wat je wil (bv. op vlak van studie/job, relaties, gender, … ) kan immers veel stress en negatief affect met zich meebrengen. Deze negatieve emoties moeten vervolgens gereguleerd worden en dit kan gebeuren via het lichaam en leiden tot eetstoornissen en/of zelfverwondend gedrag (“the body is the target”), of via het bezit van materiële zaken zoals pathologisch koopgedrag. Symptomen zoals eetstoornissen, overgewicht, zelfbeschadiging en pathologisch koopgedrag kunnen bijgevolg een uiting zijn van eenzelfde onderliggend mechanisme (transdiagnostisch denken) zoals identiteits-disfunctioneren, waarbij verschillende symptomen een uiting zijn van eenzelfde manier om met (negatieve) emoties om te gaan. Die symptomen of (pathologische) gedragingen kunnen op hun beurt weer een deel vormen van iemands identiteit, zodat symptomen beschouwd kunnen worden als identiteitssubstituut.
Identiteitsontwikkeling wordt beïnvloed door een complexe interactie tussen een biologische basis (temperament) en context (bv. gehechtheid, trauma). Zo kan trauma bijvoorbeeld leiden tot identiteitsverwarring (identiteitsdiffusie), wat op zijn beurt bij een aantal personen kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis en/of symptomen die functioneren als identiteitssubstituut zoals eetstoornissen, zelfverwonding en pathologisch koopgedrag.
In het alternatieve model van persoonlijkheidsstoornissen (DSM-5, sectie 3; APA, 2013) stelt criterium A dat er een matige of ernstige beperking dient te zijn in het zelf- en interpersoonlijk functioneren (meer specifiek: identiteit, zelfsturing, empathie en intimiteit). Zo kan bijvoorbeeld zelfsturing (“het kompas”) verstoord zijn en weet de cliënt niet naar welke betekenisvolle doelen hij/zijn wenst toe te werken op korte en lange termijn.
Identiteitsdiffusie is een kwetsbaarheidsfactor in de ontwikkeling van (persoonlijkheids)pathologie, terwijl identiteitssynthese eerder een protectieve factor lijkt te zijn voor psychopathologie. Uit onderzoek blijkt dat persoonlijkheidsstoornissen en depressieve symptomen positief geassocieerd zijn met een verstoorde identiteit en een gevoel van leegte en negatief met identiteitssynthese.
Studies bij adolescenten en patiënten met een eetstoornis laten zien dat een geïntegreerde identiteit een beschermende factor is tegen zelfverwondend gedrag, terwijl identiteitsdiffusie en -verwardheid samenhangen met een verhoogde kans op zelfverwondend gedrag. Deze verbanden zijn sterker bij personen met een eetstoornis. Daarnaast mediëren identiteitsdiffusie en identiteitssynthese het verband tussen temperament/hechting en psychopathologie. Studies tonen bijvoorbeeld aan dat vertrouwen in moeder/vrienden leidt tot meer identiteitssynthese en minder identiteitsdiffusie en hierdoor de kans op psychopathologie (bv. zelfverwonding) verminderen. Een temperament gekenmerkt door een hoge mate van inhibitie/strafgevoeligheid (Behavioural Inhibition System/BIS) leidt tot meer identiteitsdiffusie en minder synthese en verhoogt hierdoor de kans op psychopathologie (bv. zelfverwonding).
Het belang van identiteitsproblemen in de ontwikkeling van eetstoornissen zien we ook bij patiënten met obesitas. Patiënten met obesitas die ook een eetstoornis (eetbuien) hebben, scoren namelijk hoger op identiteitsdiffusie dan personen met obesitas zonder eetbuien. Een andere studie toont bovendien aan dat patiënten met obesitas die een hoge mate van ruminatieve exploratie (identiteitsdiffusie) ervaren, meer psychopathologie, meer eetstoornissen en meer maladaptieve coping hanteren dan patiënten met minder hoge mate van ruminatieve exploratie.
Naast het idee dat identiteit tot psychopathologie leidt, kan psychopathologie ook de identiteitsvorming bemoeilijken. Zo vertonen jongeren die al zoekend vastzitten in hun identiteitsontwikkeling (ruminatief exploreren, zie het verslag van de lezing van prof. Luyckx) een verhoogde kans om veiligheid te zoeken in bepaalde symptomen. Een eetstoornis kan in dit opzicht vergeleken worden met een “veilige hel”. Een eetstoornis kan immers levensbedreigend zijn, maar het biedt de persoon in kwestie een gevoel van veiligheid (controle), een houvast om de leegte die hij/zij anders ervaart te omzeilen. Daarom is het belangrijk om eerst te werken aan gezonde alternatieve copingstrategieën, alvorens eetstoornissymptomen af te bouwen.
Identiteitsconfusie kan ook aanleiding geven tot overmatig koopgedrag en hamstergedrag, voornamelijk bij mensen die hun emoties reguleren via materiële zaken (“ik ben wat ik heb”). In het licht van de huidige covid-19-pandemie neemt het gevaar toe om meer (online) pathologisch koopgedrag te stellen aangezien de remmende invloed van sociale controle wegvalt.
American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (5th ed.). Arlington, VA: Author.
Bogaerts, A., Luyckx, K., Bastiaens, T., Kaufman, E.A., & Claes, L. (2021). Identity impairment as a central dimension in personality pathology. Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment, 43, 33-42.
Bogaerts, A., Claes, L., Bastiaens, T., & Luyckx, K. (2021). Personality disorder symptomatology in Belgian emerging adults: Associations with identity processes and statuses. European Journal of Developmental Psychology, 18, 75-95.
Bogaerts, A., Claes, L., Buelens, T., Verschueren, M., Palmeroni, N., Bastiaens, T. & Luyckx, K. (2021). Identity synthesis and confusion in early to late adolescents: Age trends, gender differences, and associations with depressive symptoms. Journal of Adolescence, 87, 106-116.
Claes, L., Luyckx, K., Bijttebier, P., Turner, B., Ghandi, A., Smets, J., Norre, J., Van Assche, L., Verheyen, E., Goris, Y., Hoksbergen, I., & Schoevaerts, K. (2015). Non-suicidal self-injury in patients with eating disorder: Associations with identity formation above and beyond anxiety and depression. European Eating Disorders Review, 23, 119-125.
Claes, L., Boekaerts, E., Verschueren, M., Boukaert, W., & Luyckx, K. (2019). Identity statuses in pre-bariatric patients with obesity: Associations with ED symptoms, psychological complaints and coping behavior. European Eating Disorders Review, 27, 410-420.
Claes, L., Müller, A., & Luyckx, K. (2016). Compulsive buying and hoarding as identity substitutes: The role of materialistic value endorsement and depression. Comprehensive Psychiatry, 68, 65-71.
Gandhi, A., Claes, L., Bosmans, G., Baetens, I., Wilderjans, T., Maitra, S., . . . Luyckx, K. (2016).NSSI and adolescents’ attachment with peers and mother: The mediating role of identity synthesis and confusion. Journal of Child and Family Studies, 25, 1735-1745.
Gandhi, A., Luyckx, K., Maitra, S., Kiekens, G., & Claes, L. (2016). Reactive and regulative temperament and NSSI in Flemish adolescents: The intervening role of identity formation. Personality and Individual Differences, 99, 254-259.