In de eerste plaats zien ouders, de partner, of vrienden het eetprobleem. Maar de persoon zelf ziet dit vaak nog niet, of ontkent de ernst ervan. Als je ontdekt dat je kind of partner een eetprobleem of eetstoornis heeft, ga er dan niet te licht over. Want het kan gaan over een ernstige aandoening met ingrijpende gevolgen.
Stel geen diagnoses. Ook al merk je dat je kind, partner of vriend(in) het af en toe moeilijk heeft met eten, blijf moeder, vader, partner, vriend. Dus je hoeft niet de rol van hulpverlener op jou te nemen (ook niet als je werkt als hulpverlener of arts in je professionele leven).
Als naaste hoef je je niet te kunnen inleven in de eetstoornis. Maar praat over groeithema’s die jullie beiden herkennen. Dus probeer achter de eetstoornis het groeithema te zien waar je naaste mee worstelt. Voorbeelden van groeithema’s zijn sociale contacten, omgaan met emoties, mediaweerbaarheid, lichaamsbeeld, zelfwaardering.
Daarnaast kan je het met je naaste hebben over wat je herkent. bv. over het zoeken naar structuur, het missen van contacten,… in plaats van het te hebben over wat moet veranderen aan het eetpatroon.
Bovendien is het belangrijk om contact te houden met je kind, partner of vriend(in), niet met de eetstoornis. Ook al ‘heeft’ je naaste eetproblemen, hij of zij ‘ is’ geen eetprobleem. Dus hou contact met het ‘gezonde’ stuk en spendeer tijd buiten etenstijd. En doe dingen die jullie kracht en energie geven.
Tenslotte laat je je naaste de regie over zijn of haar leven houden. Dus stel je op als supporter of coach, die wil ondersteunen en mee zoeken. En vraag hoe je kan helpen om kleine en grote dromen waar te kunnen maken.
Motiveer je partner, kind, broer, zus of vriend(in) om hulp te zoeken. Maar bereid goed voor hoe je dit gaat aanpakken. Kies een rustige plaats en moment waar jullie niet gestoord kunnen worden. En plan voldoende tijd in voor het gesprek zodat je een veilige ruimte creëert.
Stel je luisterend, empathisch en geduldig op. En bespreek concreet gedrag als je het wil hebben over wat je zorgen baart. Geef ook aan dat je graag hebt dat je naaste naar professionele toestapt voor hulp. Dus vraag of je hierbij kan helpen, maar dwing niet.
Wanneer je je naaste aanspreekt, spreek dan vanuit je eigen bezorgdheid. Vertel wat je gezien hebt en waarover je je zorgen maakt. En benoem concrete zaken die niet noodzakelijk met eten of gewicht te maken hebben (bv. zich meer terugtrekken, er triestig uitzien, weinig energie hebben). Maar vermijd het woordje ‘eetstoornis’ omdat dit weerstand kan oproepen.
Gebruik daarnaast altijd ‘ik’ boodschappen in het gesprek. En druk je gevoelens en bezorgdheid uit op een niet beschuldigende manier.
Luister vooral goed naar zijn/haar reactie. Je zal misschien geneigd zijn er tegen in te gaan. Maar doe dat niet… Stel je in de plaats daarvan open voor vragen en luister aandachtig. Want in discussie treden over het feit of je kind of partner al dan niet een eetstoornis heeft is zinloos. Het is eigen aan het ziektebeeld te ontkennen dat er een probleem is.
Hou rekening met een geprikkelde reactie van je kind/partner. Maar, geloof je dochter/partner ook niet te vlug als hij/zij probeert de ernst van de problematiek te minimaliseren. Of zegt dat het zich wel zal oplossen. Want deze ontkenning is typisch voor het eetprobleem. Sommigen hebben zo’n schrik van eten dat het zoeken naar hulp grote angsten oproept. En ze daardoor weigerachtig staan ten opzichte van hulp.
Vaak slepen problemen daardoor jarenlang aan, wat de behandeling bemoeilijkt en de kans op volledig herstel verkleint. Dus herhaal wat je weet, wat je gehoord hebt als antwoord en wat je grootste bezorgdheden zijn.
Hou het vooral bij het hier en nu. En maak duidelijk dat hulp van buitenaf belangrijk is. Overloop samen de mogelijkheden die er zijn om na te gaan of er al dan niet een probleem is (huisarts, gespecialiseerde psychiater, psycholoog).
Hou er rekening mee dat één gesprek niet genoeg is om je kind/partner te overhalen om hulp te zoeken. Blijf geduldig en ondersteunend. Een afspraak met de huisarts kan voor sommigen een tussenstap zijn voor verdere hulpverlening. Daarnaast kan de huisarts ook ondersteunen bij verdere doorverwijzing. Dus zoek samen naar een therapeut, die jullie beiden ligt. En sta zelf ook open voor advies vanuit deze hoek!
Onderstaand filmpje brengt ervaringen van gezinnen samen die geconfronteerd werden met een eetstoornis. Het kan inspiratie en steun bieden voor iedereen die te maken krijgt met iemand met een eetstoornis in zijn of haar omgeving.