De nieuwe fiches voor ouders zijn er!
AUG 23- Ontdek hier de nieuwe fiches voor ouders.
Waarom eten mensen wat ze eten, en wat is de rol van impulsiviteit en zelfcontrole hierin? Dat kan gaan over nog snel een chocoladereep meenemen aan de kassa, je bord een tweede keer volscheppen op een buffet, of een grote zak chips leegeten voor de TV. Zaken die wellicht herkenbaar zijn voor elk van ons.
Maar wanneer dit soort gedrag té impulsief (of net té gecontroleerd) wordt, kan dit leiden tot eet- en gewichtsproblemen. Bij veel gedrag is evenwicht de sleutel. Een keertje wat meer of minder mag, is zelfs normaal en adaptief. Maar als het te extreem, te vaak, te langdurig is, of niet past bij de situatie, dan lopen we het risico op problemen of maladaptief gedrag.
Het eet- en beweeggedrag van een persoon wordt bepaald door een interactie van omgevings- en persoonsfactoren. We kunnen er niet omheen dat we leven in een omgeving waarbij lekker, smakelijk, calorierijk voedsel in overvloed aanwezig is. Het is goedkoop en altijd beschikbaar. Bovendien is onze wereld zo ingericht dat een sedentaire levensstijl wordt aangemoedigd.
Toch is niet idereen even gevoelig voor de invloed van die ‘obesogene’ omgeving. Individuele kenmerken van mensen bepalen in hoeverre ze daar kwetsbaar voor zijn, en die kenmerken dragen bij tot onze zelfregulatie en zelfcontrole.
Impulscontrole is het kunnen uitstellen van onmiddellijke behoeftebevrediging, het kunnen kiezen voor een uitgestelde, meer waardevolle beloning boven een onmiddellijk beschikbare, minder waardevolle beloning.
Die individuele verschillen zitten verankerd op twee verschillende plaatsen in de hersenen. Je hebt hersengebieden die instaan voor onze snelle, onmiddellijke, soms impulsieve reacties op de omgeving. Het is een reactief systeem dat vooral reageert op belonende prikkels, zoals calorierijk voedsel. Andere hersendelen vormen het regulatieve systeem. Dit zorgt ervoor dat we doelgericht gedrag kunnen stellen in lijn met onze normen en waarden.
Een goede zelfcontrole veronderstelt dat die twee systemen in balans zijn, en dat is geen vaststaand gegeven. Zo zullen heel aantrekkelijke stimuli het reactief systeem extra hard triggeren, en kan slaaptekort het regulatieve system verzwakken, waardoor die balans tijdelijk kan omslaan. Ook zijn er individuele verschillen in de gevoeligheid voor de beloningswaarde van aantrekkelijke stimuli, in de angst voor negatieve gevolgen, en in de mogelijkheid om met die aantrekkings- en vermijdingstendensen om te gaan.
Zo zien we bij eetstoornissen dat mensen met anorexia nervosa vooral te sterke controle- en vermijdingssystemen hebben, en ze minder sterk reageren op belonende aspecten (bv. van voedsel). Bij mensen met een eetbuistoornis, overgewicht en obesitas is het vaak andersom.
Heel specifieke vormen van impulsiviteit en controleverlies zien we bij eetbuien.
| Grote hoeveelheid | Geen grote hoeveelheid |
Controleverlies | Objectieve eetbui Eetstoornis (BN, BED) | Subjectieve eetbui Eetstoornis (AN-B/P) |
Geen controleverlies | Objectief overeten Geen eetstoornis (obesitas) | Subjectief overeten Geen eetstoornis |
Het begrip controleverlies is bruikbaar om vast te stellen of er sprake is van eetbuien, die kunnen kaderen binnen een eetstoornis. Wanneer er sprake is van controleverlies, is het belangrijk psychologische zorg in te schakelen, omdat dit veel psychisch lijden met zich meebrengt.
Als wij zelfcontrole onderzoeken in wetenschappelijk onderzoek dan verwijzen we naar 2 onderliggende processen:
Bij kinderen en volwassenen met overgewicht en obesitas is er behoorlijk wat onderzoek naar aandacht- en inhibitieprocessen, maar bij kinderen en jongeren staat dit onderzoek nog in de ‘kinderschoenen’.
Wat kan jij nu zelf doen, in je praktijk, als je iemand voor je hebt die last heeft van impulsief eetgedrag en controleverlies?
Eetgedrag meten
Zelfregulatie meten
Impulscontrole meten
Psycho-educatie is in veel evidence-based interventies de eerste stap. Geef informatie over eet- en gewichtsproblemen en leefstijl, duurzaame gedragsverandering, persoons- en omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen, … Belangrijk om te benadrukken is een focus op gezondheid in plaats van op gewicht, op samenwerking, coping en empowerment.
Zelfcontrole gaat er vooral over dat je jezelf kan beheersen in allerlei situaties, waardoor je het gevoel krijgt dat je jezelf in de hand hebt en naar je eigen doelen kan streven. Je laat je niet overspoelen door reacties die anderen bij je uitlokken, dingen die je rondom jou tegenkomt (bv. reclame), de gedachten en gevoelens die door je hoofd gaan, …
Focuspower en Stoppower
Overal waar je komt is er voedselverleiding. Via onze focuspower houden we onze aandacht op wat we aan het doen zijn (bv. een verslag afwerken), op de lange termijn doelen (bv. gezonde leefstijl, je fit voelen). Met onze stoppower sturen we ons gedrag in de richting van onze doelen door niet in te gaan op impulsen (bv. je impuls om iets te eten nog even laten rusten omdat het bijna lunchtijd is, met de trap naar boven gaan in plaats van met de lift). Soms kan ‘goesting’ hebben in iets sterk de aandacht trekken en je afleiden van wat je aan het doen bent en van je lange termijn doelen. Maar die impuls is als een golf, die komt en gaat. Het kan helpen om tijdens een sterke craving te focussen op de andere zintuigen: wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? Wat proef ik? Wat ruik ik?
Zelfmonitoring is een van de sterkste gedragsveranderingstechnieken in onze toolbox. Als je gedrag wil veranderen, kom je al ver met een goede gedragsregistratie. Het zorgt voor meer bewustzijn van het eigen gedrag. Wanneer de persoon zicht krijgt op ‘hoeveel beweeg ik nu eigenlijk’, ‘op welke momenten heb ik nu eigenlijk het meeste last van eetbuien?, kan dat verhelenderend en motiverend werken.
Bij eetgedrag en gewichtsproblemen kan je verschillende gedragingen registreren, zoals wat en wanneer iets wordt gegeten, met wie er wordt gegeten, hoe lang en met welke intensiteit er wordt bewogen, … De bedoeling hiervan is om triggers voor gedrag dat je wil veranderen, en barrières of juist helpende omstandigheden voor gewenst gedrag op te sporen en bespreekbaar te maken. Ook de gevolgen van het gedrag kunnen inzicht bieden.
Registratie volgt best zo kort mogelijk op het gedrag. Als hulpverlener kan je de persoon ondersteunen bij deze registratie door concrete afspraken te maken en eventueel een buddy in te schakelen.
Motivatie is een essentiële tool in de behandeling, en het is belangrijk hier steeds aandacht voor te hebben, ook bij personen die volop willen gaan voor gedragsverandering. Leefstijlgedrag is namelijk gewoontegedrag, gebeurt bijna automatisch, en is dus niet gemakkelijk te veranderen. Ook vervult gedrag dat lange tijd aanwezig was vaak een functie, heeft het een positief effect voor de persoon. Bijvoorbeeld, wanneer iemand eten als troost en coping gebruikt, kan je het eten niet wegnemen zonder een andere copingstrategie in de plaats te bieden.
Enkele technieken
Meer info rond motivatietechnieken en praktijkvoorbeelden in de e-learning ‘motiveren’ van Eetexpert:https://kc.eetexpert.be/motiveren/
SMART doelen zijn Specifiek, Meetbaar (of ook bij sommigen bronnen Motiverend), Actiegericht (of ‘Accountable’), Relevant (of Resultaatgericht, Realistisch) en Tijdsgebonden.
De eeste doelen kunnen gericht zijn op het versterken van zelfcontrole, verminderen van reactiviteit en verhogen van regulatieve vaardigheden (focuspower en stoppower versterken). Bijvoorbeeld bij iemand die regelmatig eetbuien heeft (gekenmerkt door controleverlies) kunnen we als eerste doel stellen om de eetbui uit te stellen, al is het maar voor enkele minuten in het begin.
Stimuluscontrole
Maak de gezondere keuze de gemakkelijkste keuze. Een manier om de invloed van bepaalde verleidingen op het snelle reactieve system te verminderen is stimuluscontrole.
Concreet betekent dit dat we de gezonde voedingsmiddelen zichtbaar en makkelijk bereikbaar maken, en de verleidingen (bv. eetbuivoedsel) in de verste, minst bereikbare kast in de berging of keuken steken. Het is niet de bedoeling om bepaalde voedingsmiddelen te verbieden of nooit in huis te halen, omdat dit hun aantrekkingskracht kan vergroten.
Responscontrole of habit reversal
Eten doen we op één vaste plaats in het huis (aan tafel), op vaste tijdstippen en als het kan samen met anderen. Onze hernenen leren snel associaties leggen. Wanneer we regelmatig een zakje chips eten in de zetel tijdens het TV kijken ’s avonds, dan zal in de zetel naar de televisie kijken snel een ‘goesting’ reactie uitlokken, zelfs al komen we net van tafel. Door zo’n associaties wordt het moeilijker om steeds de verleiding te weerstaan. Wat we kunnen doen is proberen om ander gedrag te gaan stellen in plaats van het eten van de zak chips: we kunnen een kommetje kerstomaatjes naast de zetel zetten, of wortelstaafjes met een gezonde dressing. Of we kunnen als we de goesting voelen opkomen, de ‘5 zintuigenoefening’ van hierboven doen: wat voel, hoor, proef, ruik, en zie ik.
Nee zeggen
Nee leren zeggen wanneer iemand je iets aanbiedt is een belangrijke vaardigheid. Op het werk is er elke week wel iemand met een traktatie, op feestjes komen de hapjes rijkelijk voorbij, en op straat krijg je door reclamemeisjes gratis suikerrijke drankjes je handen in geduwd.
Hoe zeg je nee? Je reageert snel, zegt nee met een duidelijke stem zonder te aarzelen en maakt oogcontact. Bij een uitnodiging naar een buffetrestaurant kan je een alternatief voorstellen. Zeg stop bij aandringen, verander van onderwerp en vermijd excuses of vage antwoorden. Nee is nee, daar is niets mis mee.
Responseconsequentie
Iets wat je graag doet kan je koppelen aan het nieuwe gedrag dat je wil aanleren. Zo krijg je een leuk gevoel bij het nieuwe gedrag. Je kan bijvoorbeeld naar je favoriete TV programma kijken wanneer je een halfuurtje traint op de hometrainer of samen met je beste vriend een gezonde maaltijd klaarmaken en opsmullen.
Mildheid naar jezelf en zelfcompassie zijn essentieel. Terugval is een deel van herstel, het is niet terug naar af. Het is een leermoment. Maak een plan met stappen zodat de persoon weet wat te doen in moeilijke momenten.
Naets, T., Vervoort, L., Verbeken, S., & Braet, C. (2018). Enhancing childhood multidisciplinary obesity treatments : the power of self-control abilities as intervention facilitator. Frontiers in Psychology, 9.
Naets, T., Vervoort, L., Ysebaert, M., Van Eyck, A., Verhulst, S., Bruyndonckx, L., De Winter, B., Van Hoorenbeeck, K., Tanghe, A., & Braet, C. (2018). WELCOME: improving WEight controL and CO-Morbidities in children with obesity via Executive function training: study protocol for a randomized controlled trial. BMC Public Health, 18.
Dr. Leentje Vervoort werkt als Postdoc onderzoeker bij de onderzoeksgroep klinische ontwikkelingspsychologie (UGent). Ze verricht onder andere onderzoek naar de onderliggende psychologische processen (zoals aandacht en impulsiviteit) die een rol spelen bij de ontwikkeling en behandeling van obesitas bij jongeren.