Hulp
Op deze pagina vind je informatie over eetproblemen en eetstoornissen voor naasten. Vaak zien naasten zoals ouders, partner, of vrienden het eetprobleem het eerst. Maar de persoon zelf ziet dit vaak nog niet, of ontkent de ernst ervan. Dit geeft onmacht. Hoe help je je naaste met een eetstoornis? Volgende tips kunnen houvast geven. Weinig eten, snel gewichtsverlies, opzettelijk overgeven of eetbuien… Dit zijn beangstigende en verwarrende gedragingen wanneer je ze voor het eerst opmerkt bij je naaste. Bovendien gebeuren ze soms in het geheim, waardoor het kan zijn dat je geen idee hebt over wat er aan de hand is. Maar intuïtief ben je bang dat er iets ernstig aan de hand zou kunnen zijn. Misschien wel met gevolgen op lange termijn. Want gaat het om normaal eetgedrag dat even hapert? Of om een eetprobleem? Of misschien om een eetstoornis?
Een eetstoornis verstoort niet alleen het eetgedrag tijdens de maaltijdmomenten. Maar heeft stilaan meer invloed activiteiten tussen de maaltijdmomenten.
Vanaf morgen is een nieuw groeiondersteunend boek voor ouders beschikbaar. Het biedt ouders praktische informatie wanneer jongeren aan het zoeken zijn rond hun eetgedrag en lichaamsbeeld.
Ouders spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van groei, ook op vlak van lichaamsbeeld en eetgedrag. Maar hoe doe je dat precies? Waaraan herken je of je tiener vragen heeft over gewicht en voeding? Wanneer ga je het gesprek aan? Wat zet je op tafel? En hoe kun je er op een milde manier voor zorgen dat je kinderen een positieve relatie met hun eigen lichaam kunnen aangaan?
Als denkt dat je kind een eetprobleem of eetstoornis heeft, wil je alles doen om te helpen. Dat kan een hele uitdaging zijn. Misschien vindt een familielid dat je overdrijft of zegt je kind dat je het toch niet snapt. Soms is het duidelijk voor de omgeving dat er iets mis is, maar ontkent je kind met de eetstoornis dat er een probleem is. Je kan je machteloos voelen, alsof alles wat je zegt en doet verkeerd is. Deze toolkit heeft als doel om ouders te informeren en biedt praktische tools om het herstelproces van je kind te begeleiden.
Als denkt dat je kind een eetprobleem of eetstoornis heeft, wil je alles doen om te helpen. Dat kan een hele uitdaging zijn. Misschien vindt een familielid dat je overdrijft of zegt je kind dat je het toch niet snapt. Soms is het duidelijk voor de omgeving dat er iets mis is, maar ontkent je kind met de eetstoornis dat er een probleem is. Je kan je machteloos voelen, alsof alles wat je zegt en doet verkeerd is. Deze toolkit heeft als doel om ouders te informeren en biedt praktische tools om het herstelproces van je kind te begeleiden.
Op verschillende plaatsen in Vlaanderen starten momenteel groepen voor ouders van jongeren met een eetstoornis. Deze groepen voor ouders worden begeleid door een of twee therapeuten en hebben als doel om ouders te informeren, handvaten aan te reiken in het omgaan met de eetstoornis en/of om ouders met elkaar in contact te brengen en ervaringen met elkaar te laten uitwisselen.
Een eetstoornis herkennen en erkennen kan moeilijk zijn voor ouders en voor betrokken zorgverleners zoals de huisarts. Waar begin je? In de eerste plaats zien ouders, de partner, of vrienden het eetprobleem. Maar de persoon zelf ziet dit vaak nog niet, of ontkent de ernst ervan.
Als je ontdekt dat je kind of partner een eetprobleem of eetstoornis heeft, ga er dan niet te licht over. Want het kan gaan over een ernstige aandoening met ingrijpende gevolgen. Eetstoornissen en voedingsstoornissen zijn complexe syndromen en bestaan dus uit verschillende kenmerken, waarbij verstoord eetgedrag centraal staat.
Om van een eetstoornis te spreken zijn er signalen op vlak van:
• eetgedrag
• lichamelijke symptomen
• sociaal functioneren
• psychologisch welbevinden
Ga NIET af op gewicht als signaal van een eetstoornis. Veel eetstoornissen gaan gepaard met een normaal gewicht.
Wanneer je je naaste aanspreekt, spreek dan vanuit je eigen bezorgdheid. Vertel wat je gezien hebt en waarover je je zorgen maakt. En benoem concrete zaken die niet noodzakelijk met eten of gewicht te maken hebben (bv. zich meer terugtrekken, er triestig uitzien, weinig energie hebben). Maar vermijd het woordje ‘eetstoornis’ omdat dit weerstand kan oproepen.
Gebruik daarnaast altijd ‘ik’ boodschappen in het gesprek. En druk je gevoelens en bezorgdheid uit op een niet beschuldigende manier.
Luister vooral goed naar zijn/haar reactie. Je zal misschien geneigd zijn er tegen in te gaan. Maar doe dat niet… Stel je in de plaats daarvan open voor vragen en luister aandachtig. Want in discussie treden over het feit of je kind of partner al dan niet een eetstoornis heeft is zinloos. Het is eigen aan het ziektebeeld te ontkennen dat er een probleem is.
Hou rekening met een geprikkelde reactie van je kind/partner. Maar, geloof je dochter/partner ook niet te vlug als hij/zij probeert de ernst van de problematiek te minimaliseren. Of zegt dat het zich wel zal oplossen. Want deze ontkenning is typisch voor het eetprobleem.
Stel geen diagnoses. Ook al merk je dat je kind, partner of vriend(in) het af en toe moeilijk heeft met eten, blijf moeder, vader, partner, vriend. Dus je hoeft niet de rol van hulpverlener op jou te nemen (ook niet als je werkt als hulpverlener of arts in je professionele leven).
Als naaste hoef je je niet te kunnen inleven in de eetstoornis. Maar praat over groeithema’s die jullie beiden herkennen. Dus probeer achter de eetstoornis het groeithema te zien waar je naaste mee worstelt. Voorbeelden van groeithema’s zijn sociale contacten, omgaan met emoties, mediaweerbaarheid, lichaamsbeeld, zelfwaardering.
Daarnaast kan je het met je naaste hebben over wat je herkent. bv. over het zoeken naar structuur, het missen van contacten,… in plaats van het te hebben over wat moet veranderen aan het eetpatroon.
Bovendien is het belangrijk om contact te houden met je kind, partner of vriend(in), niet met de eetstoornis. Ook al ‘heeft’ je naaste eetproblemen, hij of zij ‘ is’ geen eetprobleem. Dus hou contact met het ‘gezonde’ stuk en spendeer tijd buiten etenstijd. En doe dingen die jullie kracht en energie geven.
Tenslotte laat je je naaste de regie over zijn of haar leven houden. Dus stel je op als supporter of coach, die wil ondersteunen en mee zoeken. En vraag hoe je kan helpen om kleine en grote dromen waar te kunnen maken.
Contacteer onze verwijslijn eetproblemen:
Stuur ons een bericht met leeftijd, woonplaats en korte beschrijving van je hulpvraag of van de persoon waarvoor je hulp zoekt. Eetexpert stuurt je zo snel mogelijk een lijst door met contactgegevens van hulpverleners in je buurt die werken rond eet- en gewichtsproblemen.
Neem contact op
Motiveer je partner, kind, broer, zus of vriend(in) om hulp te zoeken. Maar bereid goed voor hoe je dit gaat aanpakken. Kies een rustige plaats en moment waar jullie niet gestoord kunnen worden. En plan voldoende tijd in voor het gesprek zodat je een veilige ruimte creëert.
Stel je luisterend, empathisch en geduldig op. En bespreek concreet gedrag als je het wil hebben over wat je zorgen baart. Geef ook aan dat je graag hebt dat je naaste naar professionele hulp toestapt. Dus vraag of je hierbij kan helpen, maar dwing niet.
Herstel vraagt tijd. Sommigen hebben zo’n schrik van eten dat het zoeken naar hulp veel angst oproept. Daardoor staan ze weigerachtig ten opzichte van hulp.
Vaak slepen problemen daardoor jarenlang aan, wat de behandeling bemoeilijkt en de kans op volledig herstel verkleint. Dus herhaal wat je weet, wat je gehoord hebt als antwoord en wat je grootste bezorgdheden zijn.
Hou het vooral bij het hier en nu. En maak duidelijk dat hulp van buitenaf belangrijk is. Overloop samen de mogelijkheden die er zijn om na te gaan of er al dan niet een probleem is (huisarts, gespecialiseerde psychiater, psycholoog).
Hou er rekening mee dat één gesprek niet genoeg is om je kind/partner te overhalen om hulp te zoeken. Blijf geduldig en ondersteunend. Een afspraak met de huisarts kan voor sommigen een tussenstap zijn voor verdere hulpverlening. Daarnaast kan de huisarts ook ondersteunen bij verdere doorverwijzing. Dus zoek samen naar een therapeut die jullie beiden ligt. En sta zelf ook open voor advies vanuit deze hoek!
Een van de kenmerken van anorexia is dat je naaste zich (te) dik voelt, maar er is juist vaak sprake van ondergewicht. Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
Eetgedrag
• Minder of onregelmatig eten (soms veel, soms weinig of niets)
• Vaak alleen eten
• Lang kauwen of rare eetgewoontes (bv. een appel met mes en vork eten en in kleine stukjes snijden)
• Veel drinken (calorie-arm) of te weinig drinken
• Veel bezig zijn met ‘gezond eten’
• Verboden voedsel (bv. chocolade, boter, room, chips, sauzen, …)
• Koken voor anderen, maar er zelf niet van eten
• Schuldgevoel na eten
• Smoesjes verzinnen om niet te meoten eten “ik heb al gegeten” of “ik heb geen honger”
• Opvallend actief (veel bewegen, sporten), altijd ‘bezig’
Lichaam
• Snel gewichtsverlies of sterke schommelingen
• Ondergewicht (BMI <18,5)
• Snel kou hebben, meerdere lagen kleding dragen
• Maag- en darmproblemen, moeilijke stoelgang
• Slecht gebit, gaatjes, slechte adem
• Haaruitval
• Blauwe handen
• Bleke/vale kleur in het gezicht
• Donkere oogranden
Sociaal contact
• Alleen willen zijn
• Niet op bezoek willen gaan rond etenstijd
• Minder en oppervlakkig contact met leeftijdsgenoten
• Zich onbegrepen voelen
• Veel sporten in de vrije tijd
• Strikt schema volgen
Emoties
• Rusteloos en angstig
• Obsessie met gewicht en uiterlijk
• Drang om alles onder controle te houden
• Prikkelbaar en somber
• Zwart-wit denken
• Zich snel afgewezen voelen
• Weinig voldoening van positieve feedback
• Geen plezier beleven
• Zich ongelukkig en eenzaam voelen
Boulimia nervosa is een eetstoornis waarbij je naaste terugkerende eetbuien heeft. Uit angst om bij te komen probeert je naaste dit eten weer te compenseren. Dit doet hij of zij door te braken, periodes helemaal niets te eten, laxeermiddelen te slikken en/of veel te gaan sporten.
Eetgedrag
• Eetbuien met controleverlies
• Streng lijnen, vasten, veel bewegen, braken of gebruik van laxeermiddelen
• Verboden voedsel (bv. chocolade, boter, room, chips, sauzen, …) dat wel gegeten wordt tijdens eetbuien
• Alleen willen eten
• Energierijke voedingsmiddelen verdwijnen uit de keuken of voorraadkast
• Soms opvallend actief (veel bewegen, sporten) of regelmatig naar de badkamer verdwijnen
• Schaamte en schuldgevoel over eetgedrag
Lichaam
• Lichaam ziet er gezond uit
• Normaal gewicht (BMI tussen 18,5 en 25)
• Tandproblemen
• Keelpijn
• Brandend maagzuur
• Maag- en darmproblemen (volle maag, buikkrampen of diarree)
Sociaal contact
• Alleen willen zijn
• Niet op bezoek willen gaan rond etenstijd
• Minder en oppervlakkig contact met leeftijdsgenoten
• Zich onbegrepen voelen
• Veel sporten in de vrije tijd
• Strikt schema volgen
Emoties
• Rusteloos en angstig
• Obsessie met gewicht en uiterlijk
• Drang om alles onder controle te houden
• Prikkelbaar en somber
• Zwart-wit denken
• Zich snel afgewezen voelen
• Weinig voldoening van positieve feedback
• Geen plezier beleven
• Zich ongelukkig en eenzaam voelen
Bij de eetbuistoornis is er sprake van eetbuien waarbij je naaste in korte tijd een grote hoeveelheid voedsel eet. Je naaste proeft eigenlijk niet wat hij of zij eet, en geniet er ook niet van, maar stoppen lukt niet. Een eetbuistoornis wordt in het Engels Binge Eating Disorder (BED) genoemd. Binge eating kan worden uitgelokt door emoties als woede of verdriet, maar het kan ook een manier zijn om met spannningen en stress om te gaan. Het eten gebeurt stiekem. Na de eetbui voelt je naaste zich schuldig en schaamt hij/zij zich vaak voor het eetgedrag.
Eetgedrag
• Eetgedrag lijkt normaal (bv. samen met gezin aan tafel etenà
• Stiekeme eetbuien met controleverlies
• Energierijke voedingsmiddelen verdwijnen uit de keuken of voorraadkast
• Schaamte en schuldgevoel over eetgedrag
Lichaam
• Gewichtstoename
• Tandproblemen
• Maag- en darmproblemen (volle maag, buikkrampen of diarree)
Sociaal contact
• Gewicht heeft impact op het zelfbeeld
• Gewicht is een reden om zich meer te verbergen en sociaal terug te trekken.
• Soms lachen met zichzelf in gezelschap (om de tranen van binnen tegen te houden)
• Minder en oppervlakkig contact met leeftijdsgenoten
• Geheim houden van de eetbuien
Emoties
• Rusteloos en angstig
• Obsessie met gewicht en uiterlijk
• Drang om alles onder controle te houden
• Prikkelbaar en somber
• Zwart-wit denken
• Zich snel afgewezen voelen
• Weinig voldoening van positieve feedback
• Geen plezier beleven
• Zich ongelukkig en eenzaam voelen