Beweegadviezen bij gewichtsproblemen

Beweegadviezen bij gewichtsproblemen

Prof. dr. Dominique Hansen, UHasselt

Inleiding

Uit onderzoek blijkt dat een bewegingsprogramma op zichzelf geen betekenisvolle daling in gewicht geeft bij personen met obesitas. Hoewel sport een stijging in spiermassa kan geven, blijken de effecten op  een daling in vetmassa beperkt. Dit is vaak in strijd met de verwachtingen van de patiënt en zijn omgeving.

Prof. dr. Dominique Hansen legt in onderstaand filmpje van de Universiteit van Vlaanderen uit wat het belang is van beweging in de behandeling van overgewicht.

Waarom werkt beweging niet om gewicht te verliezen?

  • Klinisch: aanvankelijk bekomen personen die sporten een negatieve energiebalans (meer energieverbruik dan energie-inname), maar hoe langer de interventie duurt, hoe kleiner dit effect. Dit kan te maken hebben met:
    • Voedselinname: de ene persoon gaat minder eten door te sporten, de andere meer. Er is een grote variabiliteit.
    • Fysieke activiteit: De ene persoon is na het sporten nog steeds fysiek actief, de andere vertoont meer sedentair gedrag. Ook hier is er grote variabiliteit.

Het is dus belangrijk om voedselinname en fysieke activiteit te monitoren doorheen de interventie, ook tussen sessies.

Bovendien is het volume van inspanning belangrijk voor een mogelijk effect op gewicht: er wordt dan ook aangeraden om voldoende lang, frequent en intens te sporten. Maar dit betekent dat personen die reeds meer drempels ervaren om te sporten en dit mogelijk niet gewoonzijn, op termijn lang en intensief moeten sporten. Dat kan enkel stapsgewijs.

  • Endocrien: personen met een normaal gewicht hebben na 5 minuten inspanning een lipolytische respons (de afbraak van triglyceriden in de vetcel tot vrije vetzuren en glycerol, die dan in de bloedbaan terechtkomen), die steeds groter wordt naarmate de inspanning aanhoudt. Bij zwaarlijvigheid komt de mobilisatie van vetmassa nauwelijks op gang. Er wordt te weinig adrenaline, groeihormoon en ANP (atriaal natriuretisch peptide) vrijgegeven. Deze hormonen dicteren de vetcellen om aan lipolyse te doen. Deze disfunctie bij zwaarlijvigheid is er reeds op jonge leeftijd (7 jaar), en kan je enkel vaststellen bij een inspanning. Insuline, vaak verhoogd bij zwaarlijvigheid, doet het omgekeerde, en onderdrukt de lipolyse. Wanneer de basale lipolyse niet optimaal is, heeft een persoon meer risico op gewichtstoename.

Bovendien blijkt de onderdrukte lipolytische respons heel moeilijk remedieerbaar, zelfs na gewichtsverlies (verlies van vetmassa). Dit heeft te maken met de genexpressie van de vetcellen, die niet wijzigt door een bewegingsinterventie.

Wat is de rol van beweging en sport in de behandeling van zwaarlijvigheid?

Wanneer we enkel focussen op gewichtsverlies, lijkt beweging geen wondermiddel. Maar, lichaamsgewicht is slechtst 1 indicator van hoe gezond iemand is, of om therapiesucces te meten. De heilige graal van een obesitasbehandeling is misschien niet gewichtsverlies bekomen, maar eerder metabole gezondheid verbeteren. Een substantiële groep personen met obesitas heeft een goede metabole gezondheid, met minder risico op de ontwikkeling van diabetes type 2 en cardiovasculaire aandoeningen dan personen met obesitas die metabool ongezond zijn. Via beweging kan het metabool profiel verbeterd worden. Er is nog steeds een verhoogde kans op metabole en cardiovasculaire problemen in vergelijking met personen met een normaal gewicht die metabool gezond zijn, maar minder dan bij personen met obesitas die metabool ongezond zijn.

Naast metabole gezondheid draagt beweging ook bij aan fysieke fitheid. Uit een longitudinale studie waarbij een grote groep mannen 11 jaar werd gevolgd, blijkt dat een daling in BMI geen impact heeft op mortaliteitsrisico. Een stijging in fysieke fitheid, ongeacht BMI, blijkt het mortaliteitsrisico wel aanzienlijk te verlagen. Fitheid is dus belangrijker dan BMI voor de prognose van de patiënt (Lee et al., 2011).

Het totale gezondheidsprofiel en de kwaliteit van leven verbeteren dus via beweging.

Hoe kunnen we een beweegprogramma voorschrijven om metabole gezondheid en fitheid te verhogen?

Elk beweegprogramma moet afgestemd worden op het profiel van de patiënt, waarbij risicofactoren  (bv. hoge bloeddruk, (pre)diabetes), geneesmiddelengebruik, en fysieke fitheid in rekening gebracht worden. 

Bij een beweegprogramma start je met de basis die voor iedereen geldt: een half uur per dag matig intens sporten, 5 dagen per week. Bij een persoon met overgewicht is het relevant om het calorieverbruik via inspanning wat te verhogen, door de persoon geleidelijk aan wat intenser, langer en frequenter te laten sporten. Verder pas je aan op maat van de risicofactoren:

  • Hoge bloeddruk: de intensiteit van de inspanning moet voldoende hoog zijn voor gezondheidseffecten
  • (Pre)diabetes: de frequentie is belangrijk, en toevoeging van krachttraining met een goot volume (minstens 7 spiergroepen)
  • Lipiden: het totale calorieverbruik (sessieduur) is van belang, dus langere training per sessie

Om de fysieke fitheid te verhogen, is de intensiteit van hoger belang; Bij iemand die geen goede basisconditie heeft, start je met een lagere intensiteit. 

Uit onderzoek blijkt echter een grote variabiliteit in het voorschrijven van een beweegprogramma voor personen met obesitas door professionele hulpverleners (Foccardi et al., 2020). Daarom werd een tool ontwikkeld om een bewegingsprogramma op te stellen aan de hand van het individuele profiel van de patiënt: https://expert-tool.edm.uhasselt.be/.

Referenties

Foccardi, G., Hansen, D., Quinto, G., Favero, C., Coninx, K., Ruiz, G. R., Dendale, P., Niebauer, J., Ermolao, A., & Neunhaeuserer, D. (2020). How do General Practitioners assess physical activity and prescribe exercise in patients with different cardiovascular diseases? An Italian pilot study. European Journal of Preventive Cardiology. https://doi.org/10.1177/2047487320925221

Lee, D. C., Sui, X., Artero, E. G., Lee, I. M., Church, T. S., McAuley, P. A., Stanford, F. C., Kohl, H. W., 3rd, & Blair, S. N. (2011). Long-term effects of changes in cardiorespiratory fitness and body mass index on all-cause and cardiovascular disease mortality in men: the Aerobics Center Longitudinal Study. Circulation124, 2483–2490. https://doi.org/10.1161/CIRCULATIONAHA.111.038422

Verboven, K., & Hansen, D. (2020). Critical Reappraisal of the Role and Importance of Exercise Intervention in the Treatment of Obesity in Adults. Sports medicine (Auckland, N.Z.), 10.1007/s40279-020-01392-8. Advance online publication. https://doi.org/10.1007/s40279-020-01392-8

Vraag en antwoord

Welke factoren, naast intensiteit, duur en frequentie van beweging bepalen de grote variatie in effecten van beweging bij mensen met obesitas?

Het type van inspanning: tracht ‘whole-body exercises’ te gebruiken. Denk hierbij aan wandelen, joggen, zwemmen, etc.

Kan beweging ook musculoskeletale klachten/aandoeningen veroorzaakt door het extra gewicht voorkomen of verhelpen? Zijn er hier reeds richtlijnen rond?

Indien er al musculoskeletale klachten aanwezig waren bij aanvang van het programma, moet het type van beweging hierop aangepast worden zodat de symptomen niet verder uitgelokt worden of verergeren. Het kan wel zijn dat door een groter gewichtsverlies en/of betere motoriek of spierkracht deze klachten ook minder zullen voorkomen, waardoor de voorheen klachten-veroorzakende bewegingsvormen terug mogelijk worden. Maar hier is wat tijd voor nodig vooraleer dit fenomeen begint op te treden.

Relatie tussen algemene bewegingsrichtlijnen en specifiek beweegadvies voor mensen met obesitas: Tot welk punt zijn de algemene bewegingsrichtlijnen voldoende (bij “normaal” gewicht? Indien er geen gezondheidsklachten zijn?)? Wanneer is er specifiek beweegadvies nodig (reeds bij overgewicht ter preventie? Of bij gezondheidsklachten?)?

Ik zou hiervoor de EOSS stadiëring aanraden. Bij een lage stadiering zijn algemene adviezen voldoende, echter bij hogere stadieringen is meer maatwerk vereist.

Nuchtere trainingen hebben geen impact op extra vetverlies, maar hebben deze soort trainingen negatieve gevolgen voor het lichaam?

Niet direct, zelfs niet bij personen met type 2 diabetes.

Wat vindt u van Long Slow Distance  (LSD) trainingen, hebben deze positieve effecten op de gezondheid?

Zeker: ze zullen een calorieverbruik genereren en bovendien zal dit ook impact hebben op spierfunctie, hartfunctie, vaatfunctie en metabolisme.

Survey
OPGELET! Dit is de oude website van Eetexpert.